VERBINDING VAN HET ONDERZOEK MET VERGELIJKBARE PRAKTIJKEN

 

Deze safari in het onderzoek sluit aan bij de deelvragen die gesteld werden  bij experiment 2.

  • Wat zijn vergelijkbare praktijken of methodieken in Vlaanderen en Nederland?
  • Op welke manier sluit deze methodiek aan bij de slow art beweging?


De in dit onderzoek ontwikkelde methodiek nodigt bezoekers uit om langer stil te staan bij een werk, en te onderzoeken hoe ze kunst beleven. Een van de uitgangspunten is dat trager en bewuster het werk beleven, zowel naar het werk als naar zichzelf betekenisvol is. De bevindingen die voortkomen uit de data-analyse rond de verbondenheid die de deelnemers voelen met het kunstwerk en elkaar, rond de verschillende perspectieven die die bijdragen tot een verhoogd bewustzijn en rond het begrip van het kunstwerk, en het aspect reflectie en introspectie, sluiten aan bij het begrip slow art. 

Vlaams Steunpunt voor cultureel erfgoed FARO definieert de leeropbrengsten van slow art als volgt: "Bezoekers leren het werk in detail waarnemen en kennen. Of ze bekijken het vanuit nieuwe perspectieven zoals kleur, vorm, thema’s … Kijken is de aanleiding voor een gesprek met anderen. Deze waarnemingen kunnen voor zichzelf of voor anderen tot uitdrukking of onder woorden gebracht worden. In een gesprek bijvoorbeeld, of aan de hand van creatief schrijven, met een tekening, muziek … Door dit gesprek verandert het perspectief: deelnemers kijken door de bril van anderen, en proberen ook te denken vanuit dat andere perspectief” (D’hamers, z.d). Langzaam kijken benadrukt volgens Tishman (2018, p.6) "het vermogen om details waar te nemen, interpretatie uit te stellen, zorgvuldige onderscheidingen te maken, te schakelen tussen verschillende perspectieven, bewust te zijn van subjectiviteit, en opzettelijk een verscheidenheid aan observatiestrategieën te gebruiken om voorbij de eerste indrukken te komen." Deelnemers delen dat ze, door samen langzaam van kunst te genieten, een diepere verbinding voelen met zowel het kunstwerk als met andere deelnemers. Voorkennis en oordelen spelen geen rol. Het lijkt erop dat de kracht van de slow art ervaring zowel in de toegankelijkheid als in het bevorderen van mentaal welzijn ligt (D’hamers, 2023).

 

Enkele praktijkvoorbeelden waar de methodiek in dit onderzoek in meer of mindere mate overeenkomstigheden mee heeft, zijn onder andere Visual Thinking Strategies, Mindfulness en Emotienetwerken. Deze praktijkvoorbeelden worden ook toegelicht in de begrippenlijst van deze onderzoeksregistratie.



Emotienetwerken

 

In de eerste oefeningen van het onderzochte prototype staat de individuele deelnemer centraal, met speciale aandacht voor de lichamelijke gewaarwordingen, de gevoelens en posities van elke deelnemer. Naarmate de oefeningen vorderen, verschuift de focus echter naar gezamenlijk observeren, gewaarworden en onderzoeken in relatie tot elkaar. Deelnemers drukken hun perspectieven, gevoelens en onderlinge relaties uit door middel van een opstelling. Hiermee wordt de interactie bevorderd. Het is in de samenvloeiing van opvallende elementen uit het kunstwerk, gerepresenteerd door de deelnemers, dat het kunstwerk ervaren wordt. De aantrekkingskracht van het kunstwerk verschijnt dan als een complex samenspel van actoren die voortdurend bezig zijn om het kunstwerk tot leven te brengen. Door middel van de opstelling creëren we een visuele en ruimtelijke taal die het observeren en beleven van het kunstwerk ondersteunt. 

 

Uit een gesprek met Marlous van Gastel (Research Day, 2 december 2023) blijkt dat deze benadering verwant is aan de methodiek van Emotienetwerken, ontwikkeld door het lectoraat van de Reinwardt Academie, waarbij het erfgoed centraal staat en deelnemers hun positie daaromheen innemen. Centraal hierbij is het erkennen en waarderen van emoties, gevoelens en ervaringen en de impact die dit heeft op de manier waarop we denken en ervaren. 

 

“Het basisidee van Emotienetwerken is dat een groep mensen samen stapsgewijs een concreet verschijnsel bevraagt, met bijzondere aandacht voor onderhuidse emoties en onuitgesproken belangen” (Dibbits, 2020). 

 

Emotienetwerken vertrekt, net zoals het voorgestelde prototype in dit experiment, bij innemen van een bepaalde positie ten opzichte van een erfgoed, vanuit de persoonlijke reflectie en emoties op het onderwerp. Het gaat niet over anderen overtuigen van je gelijk, maar over het plaatsen en respecteren van ieders emoties en het vereist een veilige omgeving voor dialoog en persoonlijke reflectie (Publiq, 2020). Het creëren van die veilige ruimte voor deelnemers, waarin ze zich comfortabel genoeg voelen om deel te nemen aan activiteiten die mogelijk buiten hun comfortzone liggen is, net als bij het ontwikkelde prototype, cruciaal voor het succes van de ervaring (R. Mul, expert talk, 31 januari 2023). Marlous van Gastel (Research Day, 2 december 2023) wijst op het belang van veiligheid voor de deelnemers, gezien de mogelijk intense emoties die kunnen opkomen. Daardoor stelt zich de vraag wie geschikt is om deze methodiek uit te voeren en welke training daarvoor nodig is. Het is een spannend element in het prototype, dat verder aandacht verdient in dit onderzoek.

 

In de sessies Emotienetwerken wordt bewust weinig informatie gegeven over het object om de focus te leggen op de persoonlijke beleving en interpretatie van de deelnemers. Deelnemers worden actief betrokken door vragen te stellen over hun positie en perspectief ten opzichte van het object, wat kan leiden tot verschillende inzichten en reflecties waarbij emoties en ervaringen centraal staan (R. Mul, expert talk, 31 januari 2023).  De methodiek van emotienetwerken biedt een open, participatieve en activerende benadering waarbij deelnemers verantwoordelijkheid krijgen en perspectieven kunnen tonen. Perspectieven en emoties staan dus centraal, net zoals in het prototype van dit onderzoek. 

 

Ook het effect van het experiment in dit onderzoek op het moment van uitvoering, waarbij mensen vaak het gevoel hebben dat ze in het moment aanwezig zijn en de tijd vergeten, komt terug bij Emotienetwerken (R. Mul, expert talk, 31 januari 2023).

 

Verder dan bovenstaande vaststellingen gaat de vergelijking met dit prototype en de methodiek van Emotienetwerken echter niet.

 

Het grote verschil met de experimenten in dit onderzoek, is dat Emotienetwerken eerder maatschappelijk en politiek wordt ingezet. Een van de kernpunten is het begrijpen van elkaars emoties en hoe deze zich verhouden tot kennis en ervaring. Het gaat om het verkennen van de interactie en het effect ervan op het erfgoed en de deelnemers zelf (R. Mul, expert talk, 31 januari 2023). De methodiek wordt voornamelijk ingezet om kritische reflectie te versterken en gaat over de emoties ten aanzien van de positie of het onderwerp van een erfgoed in de samenleving en de bijhorende (politieke en democratische) belangen (Dibbits, 2020), niet over de emoties die een kunstwerk an sich bij mensen teweegbrengt. 

 


Visual Thinking Strategies

 

Visual Thinking Strategies is een methodiek die zich eveneens sterk richt op de interactie binnen een groep, waarbij deelnemers naar elkaar luisteren en van elkaar leren. De methode vertrekt, net zoals de methodiek in dit onderzoek vanuit de ervaringen en achtergrond van de deelnemers om betekenis te geven aan een kunstwerk. Nog een sterke overeenkomstigheid met VTS is dat de begeleider zich niet opstelt als autoriteit, maar in gesprek gaat met de groep tijdens een interactieve rondleiding door eenvoudige vragen te stellen. Deze vragen stimuleren de deelnemers om nauwkeurig te observeren, hun waarnemingen te verwoorden, te onderbouwen wat ze zien en actief deel te nemen aan het gesprek. “Deelnemers onderzoeken samen, ze luisteren naar elkaar en bouwen ook voort op elkaars inbreng. Kortom, de kijkers exploreren een werk helemaal zelf” (D’hamers, z.d.). Bij VTS kan iedereen, ongeacht hun voorkennis en achtergrond, deelnemen. In de onderstaande kritische analyse wordt naar het potentieel verwezen van de opstellingsmethodiek om deze uit te voeren met mensen van verschillende achtergronden. VTS gaat er, net zoals dit onderzoek, van uit dat kunst geen diepgaande voorkennis vereist en toegankelijk en tijdloos is. Bovendien interpreteert elke persoon kunst op een unieke manier, waardoor er geen verkeerde antwoorden bestaan (FOMU, z.d). 

 

De overeenkomstige leerdoelen tussen VTS en het in dit experiment ontwikkelde prototype zijn:

  • “kunstbeleving ervaren:
  • vanuit een vanuit een persoonlijke verbinding met een kunstwerk
  • hun expressiviteit, creativiteit en spreek- plezier vergroten
  • oefenen in het uitstellen van hun oordeel
  • zich inleven in de leefwereld van anderen
  • zelfvertrouwen en spreekdurf versterken” (FOMU, z.d.).

 

Elementen die uit VTS komen en ook geldig zijn voor de ontwikkkelde methodiek:

  • “De begeleider is de facilitator, maar is niet de gezaghebbende bron. De deelnemers geven inhoud aan de gesprekken. 
  • Er wordt zorgvuldig naar kunstwerken gekeken. 
  • Deelnemers praten over wat ze waarnemen
  • Er wordt geluisterd naar de standpunten van de anderen en er wordt over nagedacht
  • Een verscheidenheid aan interpretaties is mogelijk
  • VTS werkt met drie vooraf bepaalde vragen (zie begrippenlijst)
  • De begeleider corrigeert niets en geeft enkel terug wat de deelnemers hebben waargenomen” (Yenawine, 2021, p.50).

 

Heel concreet wordt één van de drie typische VTS-vragen: ‘Waaraan zie je dat?’ toegevoegd aan de werkwijze in experiment 5 en 6, bij de laatste oefening. Hierdoor wordt de vraagsteller sneller naar een aspect van het werk geleid, waardoor we minder blijven hangen bij te persoonlijke concepten en ideeën. Deze vraag nodigt uit om bij het werk te blijven en tegelijkertijd voldoende aandacht te besteden aan de beleving van de vraagsteller. In het audiofragment uit het logboek van dit onderzoek, hier aan de linkerzijde, wordt het toevoegen van deze vraag aan de methodiek voor het eerst opgeworpen als idee na experiment 3. 
 


Mindfulness

 

Het prototype van de uitgeteste methodiek begint met een ademfocusoefening die de kwaliteit van aandacht wil verhogen bij de start van het experiment. Het hele experiment vraagt namelijk, net zoals Mindfulness dat doet, om, in het hier en nu, de aandacht te concentreren en daarbij gebruik te maken van alle zintuigen. Mindfulness helpt dit op te merken, zonder oordelen, en de geest terug te brengen tot het moment dat zich aandient (D’hamers, z.d.) Het gevoel van aanwezigheid en in het moment zijn lijken een essentieel onderdeel te zijn van de onderzochte methodiek. Zintuiglijke en lichamelijke ervaringen zijn namelijk sterke katalysatoren om mensen in het moment te brengen, en eveneens om de connectie te leggen met een kunstwerk of erfgoedobject (D’hamers, K., 2020; Van Eeckhaut, 2013, p.47).

 

Elementen uit Mindfulness die voorkomen in de methodiek zijn:

  • De ademfocus aan het begin van de sessie is een hele concrete meditatieoefening die de deelnemers begeleidt naar hun aandacht voor de zintuigen en het hier en nu.
  • De deelnemers worden uitgenodigd uit om eerst het kunstwerk en de ruimte rustig te verkennen. De  deelnemers worden vervolgens geleid naar hun fysieke gewaarwordingen en sensaties, in plaats van zich te richten op verhalen, analyses of hypothesen. Ze worden aangemoedigd om te focussen op wat ze in hun lichaam voelen, in plaats van op mentale constructies. Instructies die gegeven worden zijn bijvoorbeeld: 'Neem even de tijd. Sta stil bij wat er allemaal is gebeurd sinds je hier bent aangekomen. Voel wat er in je lichaam gebeurt. Waar is het licht? Waar is het zwaar? Waar voel je warmte? Waar voel je kou? Let op je hartslag en spierspanning. Welke plekken voelen ontspannen aan en waar voel je meer spanning? Richt je aandacht op verschillende delen van je lichaam. Zijn er bewegingen die je zou willen maken? Merk op of je de neiging hebt om mensen wel of niet aan te kijken. Met wie voel je je verbonden? Wie voel je niet verbonden? Van zodra je dit een aantal keer met de deelnemers hebt gedaan, kun je het proces wat verkorten, maar vooral de eerste keer is het belangrijk om dit uitgebreid te doen. Vertraag het tempo, zodat de deelnemers echt contact maken met hun eigen ervaringen en ontmoedig hen om in hun hoofd te schieten.
  • Het gesprek dat met de deelnemers wordt gevoerd door beurtelingse vraag en antwoord, zonder interferentie van de groep zorgt voor een kwaliteitsvolle aandacht van zowel de begeleider als de groep voor elke deelnemer. Het gesprek wordt niet overgenomen door eigen ervaringen tussen te brengen, maar krijgt volle erkenning door verbale en non-verbale aanmoedigingen van de begeleider ((D’hamers, K., 2020). De begeleider parafraseert, herhaalt of vat de gewaarwordingen van de deelnemer samen en imiteert of benoemt de bewegingen van de deelnemer bij de uitleg die hij of zij geeft. De deelnemers krijgen rustig de tijd om zich bewust te worden van hun lichamelijke ervaring en hierover iets te delen. Als kritische noot in het onderzoek wordt opgemerkt dat de betrokkenheid van museumgidsen en educatieve medewerkers bij slow art-praktijken het belang van authenticiteit en vertrouwen in de bekwaamheid om dit soort activiteiten te begeleiden, benadrukt. Dit roept vragen op over wie deze activiteiten zou moeten leiden en hoe gidsen specifieke elementen uit de methodiek kunnen integreren in reguliere rondleidingen. 

 


De ontwikkelde methodiek in dit onderzoek, gericht op het verkennen van kunstwerken op een langzame en bewuste manier, vertoont sterke overeenkomsten met concepten zoals slow art, Visual Thinking Strategies (VTS), mindfulness en in mindere mate ook met Emotienetwerken. Het uitgangspunt van langzaam en bewust kijken naar kunstwerken en het exploreren van persoonlijke ervaringen sluit aan bij het idee van slow art, waarbij de focus ligt op het waarnemen van details, het uitstellen van een cognitieve interpretatie en het bewust worden van verschillende perspectieven.

 

VERKENNING VAN VERGELIJKBARE PRAKTIJKEN

Verkenning van welzijnsgerichte erfgoedpraktijken (logboek) & verbinding met het onderzoek

 LOGBOEK VAN VERKENNING VAN PRAKTIJKEN IN WELZIJNSGERICHT ERFGOEDWERK 

OPLEIDING VISUAL THINKING STRATEGIES - 29 JAN & 5 FEB 2024

 

Wat goed aansluit bij mijn visie op kunsteducatie, is de Visual Thinking Strategies (VTS) training die ik volgde als gids in het FOMU bij Julie Rodeyns. VTS is een benadering waarmee op een toegankelijke manier gesprekken worden gevoerd over kunstwerken. In het FOMU wordt deze methode regelmatig gebruikt tijdens Slow Focus-sessies en voor tours voor anderstaligen (NT2). Deze sessies maken gebruik van technieken zoals mindfulness en VTS. Check-in- en check-outmomenten zorgen voor bewustwording van emoties en het lichaam, terwijl ademhalingsoefeningen elk lichaamsdeel uitgebreid aandacht geven. Het museum gelooft sterk in de toegankelijkheid van deze aanpak en moedigt gidsen aan om deze in al hun rondleidingen toe te passen. Ik paste de VTS-techniek meteen toe tijdens de eerste rondleiding die ik gaf aan leerlingen uit het derde middelbaar.

 

Belangrijke aspecten van VTS die ik meeneem voor mijn onderzoek zijn onder andere:

  • De gids fungeert als facilitator, maar is niet de autoriteit; de deelnemers geven vorm aan de gesprekken.
  • Er wordt nauwkeurig gekeken naar kunstwerken.
  • Deelnemers delen wat ze waarnemen.
  • Er wordt geluisterd naar verschillende standpunten en er wordt over nagedacht.
  • Er is ruimte voor diverse interpretaties.
  • VTS maakt gebruik van drie vooraf bepaalde vragen, wat overeenkomt met de aanpak van opstellingswerk. De vraag: ‘Waaraan zie je dat?’ is interessant om toe te voegen aan de methodiek.
  • De gids corrigeert niet, maar geeft feedback op basis van wat de deelnemers hebben waargenomen, een aanpak die vergelijkbaar is met opstellingswerk.

 

Door mijn ervaring met deze techniek besefte ik opnieuw hoe waardevol het is om als gids en als bezoeker de tijd te nemen, grondig te kijken en mijn persoonlijke bevindingen te delen in een groep. Dit bracht me ertoe me verder te verdiepen in aspecten als vertraging en focus.

WORKSHOP EMOTIENETWERKEN - 28 FEB 2024

 

Hester Dibbits nodigde me uit om deel te nemen aan een workshop Emotienetwerken, die ze begeleidde in een school in Dendermonde. Mijn motivatie was om te ontdekken of er interessante parallellen te vinden waren met mijn eigen onderzoek.

 

Emotienetwerken draait om het gezamenlijk onderzoeken van concrete fenomenen, met een specifieke nadruk op onderliggende emoties en onuitgesproken belangen. Het concept is gericht op het helpen van mensen om te gaan met onzekerheid en onvoorspelbaarheid door middel van gedeelde vaardigheden zoals luisteren, samenwerken en systeemdenken. Het benadrukt zowel individuele gevoelens en belangen als het collectief observeren en onderzoeken. De methodiek maakt gebruik van de 'actor network theory' van Latour, die de complexe dynamiek tussen mensen en dingen benadrukt. Emotienetwerken combineert erfgoed- en burgerschapsoefeningen, waarbij deelnemers worden aangemoedigd om zich bewust te worden van hun eigen positie en gedrag in interactie met anderen. Het doel is om gezamenlijk buiten de comfortzone te treden en de onderlinge verbondenheid te ervaren, terwijl het tegelijkertijd een oefening in democratie is waarbij deelnemers worden aangemoedigd om naar elkaar te luisteren en hun eigen standpunten in relatie tot anderen te plaatsen (Dibbits, 2020).

 

Wat ik meeneem uit deze ervaring zijn onder andere het systeemdenken, het onderzoeken van concrete fenomenen en het ervaren van onderlinge verbondenheid, aspecten die ook in mijn eigen onderzoek voorkomen, zij het met minder politieke connotaties omtrent burgerschap en democratische standpunten. Ook de actor network theory van Latour is misschien een interessant concept dat ik verder wil verkennen naar aanleiding van mijn onderzoek.

STUDIEDAG OBJECT HANDLING - 9 NOV 2023

 

Ik nam deel aan een excursie met de Cultuureducatie roadtrip van Publiq, waarbij het thema ErfGoedVoelen centraal stond in samenwerking met Huis van Alijn, Museum Dr. Guislain en Erfgoedhuis Zusters van Liefde. Deze ervaring bracht inspiratie voor mijn onderzoek naar voren, met een focus op het gebruik van cultureel erfgoed voor zorg en welzijn. Tijdens de excursie leerde ik de methodiek Object Handling kennen. Julia Cort, community engagement manager bij het Horniman Museum and Gardens in Londen, deelde inzichten over hun 'handling collection' en hoe objectgericht leren bijdraagt aan het welzijn van mensen. 

 

Onder de noemer Erfgoedvoelen werken drie Gentse erfgoedinstellingen, Museum Dr. Guislain, Huis van Alijn en Erfgoedhuis Zusters van Liefde, samen om hun expertise op het gebied van erfgoed en welzijn te verdiepen en uit te breiden. Ze onderzoeken en faciliteren interventies met cultureel erfgoed door middel van object handling. Tijdens een workshop kreeg ik zelf de kans om deze methodiek te ervaren.

ONTWIKKELING INTERACTIEVE RONDLEIDING - 16 & 17 JAN 2023

 

Als gids bij het FOMU nam ik deel aan een cocreatieve workshop met De Veerman, met als doel een rondleiding te ontwikkelen voor leerlingen van het secundair onderwijs bij de collectietentoonstelling Grace Ndiritu Reimagines the FOMU collection. In deze kunsteducatieve setting zocht ik naar nieuwe inspiratie voor educatieve benaderingen en wilde ik meedenken over hoe we een rondleiding op een creatieve en interactieve manier konden opbouwen, specifiek gericht op jongeren. Daarnaast was het voor mij ook een kans om de kunsteducatieve organisatie De Veerman beter te leren kennen.

 

Tijdens twee denkdagen hebben we, samen met een team van gidsen, gebrainstormd over hoe we de foto's uit de tentoonstelling en concepten zoals beeldbewustzijn en beeldgeletterdheid op een participatieve manier aan jongeren konden presenteren. We lieten ons inspireren door de methodieken van De Veerman en ontwikkelden hieruit de actieve rondleiding 'Fotografie en Beeldbewustzijn'.

 

Door deze ervaring kreeg ik een beter inzicht in wat ik wil bereiken in museumeducatie. Ik verlang naar meer interactie tijdens rondleidingen, met als doel de bezoekers de kans te geven om iets nieuws te ontdekken en hun persoonlijke beleving van kunst tot uiting te brengen. Hierbij gaat het niet alleen om het vergroten van het kunsthistorisch bewustzijn; tijdens het ontwikkelen van deze rondleiding besefte ik ook hoe belangrijk het is dat bezoekers de kans krijgen om te werken aan hun sociale, culturele en relationele competenties tijdens een museumbezoek.

ONLINE VERKENNING VAN TOOLS

 

Ik ontdekte de Art Engager podcast van Claire Bown en verkende Claire's ultieme lijst met visible thinking routines, een uitgebreide verzameling van kijkstrategieën. Door deze podcast leerde ik ook over het concept van slow art en kreeg ik waardevolle inzichten voor mijn onderzoek en in hoe ik mijn werk als gids kan verbeteren.

 

Daarnaast maakte ik kennis met Cultuur in de Spiegel, met de leertheorie van Kolb toegepast in het museum, en met een onderzoek naar bemiddelingspraktijken voor jongeren: "Van jongerenpanel tot escape room: hoe kunnen musea en erfgoedsites tieners bereiken?"

 

Ik verdiepte me verder in leertheorieën in het museum en kreeg inzicht uit het boek van Mooss over kunst- en erfgoededucatie, waarin wordt benadrukt dat leren een actief en persoonlijk proces is dat wordt versterkt wanneer mensen nieuwe kennis en vaardigheden kunnen verbinden met hun eigen referentiekader en persoonlijke betekenisgeving.

 

Online verbreedde ik mijn kennis door een vierweekse cursus te volgen bij Coursera.org: "Art and Activity: Interactive Strategies for Teaching with Art", georganiseerd door MoMA. Deze cursus legt de nadruk op activiteitsgericht leren en behandelt verschillende formats en technieken die waardevol zijn voor effectieve educatieve activiteiten.

 

Al deze publicaties en online tools gaven me meer inzicht in kaders, leertheorieën en praktijkvoorbeelden van interactieve en slow-art publiekswerking in musea. Ik ben vooral geïnspireerd door het actieve leren in kunsteducatie, hoewel ik opmerkte dat deze leertheorieën voornamelijk worden toegepast bij leerlingen en studenten, en minder bij volwassenen. Dit brengt me op ideeën om dit aspect te verkennen in mijn onderzoek.

MINDFULNESS IN HET MUSEUM - 15 APR, 13 MEI, 28 & 29 JUN 2023

 

Na mijn positieve ervaring met de VTS-techniek, waarbij ik genoot van het vertragen, grondig observeren en mijn eigen inzichten delen binnen een groep, besloot ik mijn interesse in vertraging en focus verder te verkennen. Dit leidde tot mijn deelname aan de workshop en masterclass over Mindfulness in het museum, georganiseerd door FARO en geleid door Jolien Posthumus.

 

Ik bezocht ook het Museum van de Geest, waar Jolien werkzaam is als programmacoördinator mentale gezondheid, om te zien hoe ze Mindfulness integreert in een Slow Art Route door het museum. Tijdens onze uitwisselingen bespraken we de effectiviteit van verschillende mindfulness-oefeningen, wat me inspireerde om me hier verder in te verdiepen, met als doel zelf een mindful audiogids te kunnen ontwikkelen - een nieuw idee dat uit deze ervaring voortkwam.

 

Ik kwam ook een prachtige online meditatie tegen van the National Gallery, die me heel erg inspireerde: 3-minute Meditation: A mindful look at 'The Ugly Duchess' by Quinten Massys | National Gallery

 

In het S.M.A.K. kreeg mindfulness ruimte tijdens de tentoonstelling "Healing the Museum" van Grace Ndiritu. De setting die Ndiritu met het museum creëerde, met onder andere een zacht tapijt, moedigde bezoekers aan om in een staat van rust te verkeren. Oefeningen van een mindfulnesscoach, zoals een bodyscan en ademhalingsoefeningen, hielpen bezoekers om te aarden: het brengen van hun aandacht naar het heden, met focus op het hele lichaam. Vervolgens verdiepten bezoekers zich door middel van oefeningen in details van het kunstwerk van hun keuze, waardoor ze het werk op een andere manier leerden kennen.

Om verschillende benaderingen van mindfulnessbegeleiding in de praktijk te ervaren, volgde ik hier twee mindfulnessworkshops. 

 

Ook tijdens de tentoonstelling "Grace Ndiritu Reimagines the FOMU Collection" integreerde het FoMu meditatieve oefeningen in de audiogidsen, zoals ademhalingsoefeningen en check-invragen. De audiogids helpt bij het onderzoeken van gedachten en het lichaam, terwijl de scenografie met het zachte tapijt en de rustige belichting is ontworpen met het oog op meditatie.

 

Deze ervaringen, samen met mijn bevindingen tijdens mijn onderzoek, vormden de basis voor een performance en cartografie die ik ontwikkelde voor het vak Analyse en Reflectie.

STUDIEDAG OP/HEF CULTUUR & NATUUR - 5 OKT 2023

 

Ik nam deel aan het inspiratie- en netwerkevent OP/HEF Cultuur & Natuur, georganiseerd door Cultuur op til, in het Middelheimmuseum. Tijdens dit evenement hielp ik bij het organiseren van de slow art-sessies die werden aangeboden aan de andere deelnemers. Ik heb vooral geleerd over hoe het Middelheimmuseum en andere culturele instellingen de natuur als bron van inspiratie gebruiken om hun missie uit te voeren. Tijdens het bijwonen van een slow art-sessie realiseerde ik me ook het belang van een authentieke en deskundige begeleiding van dergelijke sessies.