2. Conclusies 

Introductie: 

 

 

1. Verandering onderzoeksvraag 

 

Aan het begin van mijn onderzoek lag de focus vooral op stereotypering en beeldvorming van vrouwelijke rollen binnen het amateurtheater. Ik ben gestart vanuit mijn eigen ervaring en daarin kwam stereotypering sterk naar voren. Ik heb dan ook een onderzoeksvraag gevormd op basis van deze ervaring. Een manier vinden om dit onderwerp bespreekbaar te kunnen maken en een verandering teweeg te brengen. Stereotypering zou dus de focus van mijn onderzoek zijn. Ik wilde de oorsprong hiervan onderzoeken en op zoek gaan naar oplossingen om dit probleem aan te kunnen kaarten bij een regisseur. Toen ik in de theorie dook, merkte ik dat het om meer gaat dan alleen stereotypering en dat ik mijn onderzoek meer open moest trekken. Zo kwam ik bij verschillende kernwoorden uit, zoals machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag. Mijn onderzoek werd plots groter en daardoor wilde ik mijn onderzoeksvraag ook veranderen. Maar hoe? Doorheen het repetitieproces van de voorstelling werd dit plots duidelijker. Het ging niet meer over stereotyperingen maar eerder over grenzen aangeven bij het maakproces van een voorstelling. Dit kwam door verschillende gesprekken met mijn tegenspeler. De dialoog tussen regisseur en speler bij het aangeven van grenzen maar ook de aanpak van de regisseur kwamen hierbij naar boven. Het was al snel duidelijk dat de focus dus wel degelijk op grenzen lag. Maar het is pas na het laatste gesprek met mijn coach dat mijn uiteindelijke onderzoeksvraag vorm heeft gekregen. Zij gaf aan dat het niet alleen om grenzen gaat maar dat mijn onderzoek groter is dan dat. Dat het over meer gaat dan grenzen aangeven en stereotypering, dat ik meer doe dan dat alleen. De woorden comfortzone en oncomfortabel kwamen in dit gesprek naar boven. Toen vond ik een overkoepelende thema voor mijn onderzoek door terug te gaan naar mijn eigen ervaring. Wat was de start van deze ervaring? Waar is het misgelopen? Na enkele gesprekken hierover met medespelers kwam ik tot de conclusie dat het gaat over een rol waar je je niet comfortabel bij voelt om te spelen. Hoe ga je hiermee om? Hoe zorg je ervoor dat deze bespreekbaar wordt binnen je verenging? Dat is het startpunt van alles en daaruit kwamen verschillende kernwoorden voort, die ik verder kon onderzoeken. Is het door de neerzetting van de rol dat je je oncomfortabel voelt? Of is het de aanpak van de regisseur de reden waarom je er niet goed bij voelt?

Toch wilde ik terug naar de essentie van mijn onderzoek. Het was gestart bij stereotypering, waarom daar dan niet terug naar gaan, want vanuit al de ondervindingen kwamen de oorzaak en gevolgen van stereotypering naar boven. Daarom heb ik de kern van mijn onderzoeksvraag terug betrokken op stereotypes en die is uiteengevallen in verschillende subvragen waarbij de antwoorden op deze vragen, onderaan deze pagina, verschillende onderdelen zijn die ik heb onderzocht in dit onderzoek.  

 

 

 

Proces conclusie 

Om mijn conclusie te kunnen schrijven heb ik de verandering van onderzoeksvraag en focus meegenomen. Zo heb ik mijn drie belangrijkste focuspunten opgesplitst. Daarbij heb ik rond elke focus de inzichten genoteerd per methode die ik heb uitgevoerd. (Theorie, praktijkonderzoek, gesprekken en focusgroep) Alle dingen die ik heb meegenomen uit deze methodes heb ik kort samengebracht op één papier, per focus om linken te kunnen leggen voor mijn conclusie. Hiernaast staan foto's van de papieren die ik gebruikt heb om tot mijn conclusie te komen. Zo is mijn denkweg inzichtelijk. 

Antwoord: onderzoeksvraag

"In hoeverre worden (jonge) actrices in het (Antwerpse) liefhebberstheater nog steeds op een stereotiepe manier neergezet anno 2024?"

 

De conclusie van dit onderzoek is op zijn minst verrassend te noemen. Het gaat hierbij veel verder dan enkel de stereotypering in het liefhebberstheater en daardoor is het een breder maar des te interessanter onderzoek geworden. Dit wilde ik dan graag ook even duiden. 


Ik ben mijn onderzoek ingestapt met een zeer beperkt beeld op hoe vrouwen worden neergezet in theater. Door zelf een negatieve ervaring mee te maken had ik een rechtlijnige visie op het onderwerp “stereotypering.” Uit mijn onderzoeksproces is gebleken dat het om veel meer gaat dan enkel stereotypering van vrouwelijke rollen binnen het theater voor vrije tijd. Het werd een groter en uitgebreider onderzoek waaruit uiteindelijk de volgende conclusies zijn gekomen.

Aan het begin van mijn onderzoek was ik ervan overtuigd dat stereotypering slecht is voor vrouwen en dat deze moet verdwijnen of dat er oplossingen voor gezocht moeten worden. Ik wilde censuur op het neerzetten van deze rollen. Bij mijn eerste focusgroep sessie begreep ik al snel dat censuur niet de oplossing is om dit probleem aan te pakken. Want het publiek houdt van herkenbaarheid en laat clichés en stereotypes nu net die herkenbaarheid met zich meebrengen. Een publiek wil ontspannen en lachen en hier zorgen stereotypes voor. Er moet dus geluisterd worden naar het publiek, want zonder publiek is er geen voorstelling, daarom zijn zij een belangrijke factor om als groep te kunnen blijven spelen. Stereotypes weglaten is daarom geen optie. Ik ben er nu meer van overtuigd dat we stukken met stereotypes kunnen blijven spelen mits er een tijdsgeest bij geplaatst wordt, want sommige vooroordelen kunnen de dag van vandaag niet meer aanvaard worden op het theater. Uit het boek “Echte vrouwen bestaan niet” van Schillebeeckx blijkt dat stereotypering ook in stand blijft door de maatschappij en de media.(Y. Schillebeeckx, 2016). Deze gedachtegang wordt ook bevestigd in een publicatie voor het college van rechten van de mens. “Stereotypering: wat is dat en hoe werkt het?” maar ook uit gesprekken met studenten komt voort dat stereotypering een maatschappelijk probleem is en theater de afspiegeling is van dit probleem. (Ongenae, 2015) In de professionele wereld wordt dit typecasting genoemd en ondanks dat dit veel nadelen heeft, brengt dit ook veel voordelen met zich mee. (Type Casting in Acting 2024. . . All You Need to Know, n.d.) Zo kunnen actrices tijdens audities inzetten op hun sterktes en inzetten op het type waarvoor ze gecast worden. Zo zegt een student musical in een gesprek rond typecasting. Een andere student drama geeft aan dat typecasting net wel schadelijk is voor actrices. Er worden hierbij vaak keuzes gemaakt op basis van hun uiterlijk. Blonde meisjes krijgen bijvoorbeeld de domme rollen of donkere meisjes spelen de bitch of slechterik. Ik denk dat daar het probleem zit. Stereotypering zelf is geen probleem dat is inderdaad iets maatschappelijk waar we weinig aan kunnen veranderen. Het probleem zet zich net bij de aanpak hiervan en het gevoel dat jonge spelers krijgen als ze in een stereotype worden geplaatst, ook op theater. Daarbij kan kledij een grote rol spelen. Dat is duidelijk zichtbaar in mijn experimenten rond kledij vs. Stereotypes. We moeten hierbij dus de aanpak veranderen en hierover praten als we ons niet fijn voelen bij een bepaalde rol. In de focusgroep werd ook besproken dat stereotypering en grensoverschrijdend gedrag vaak hand in hand gaan. En door deze ondervindingen ben ik daar nu wel van overtuigd.

Volgens verschillende gesprekken met jonge spelers worden de stereotyperingen vaak doorgetrokken naast de scène en dan wordt het grensoverschrijdend. De aanpak van de regisseur kan hierbij een grote rol spelen. Een regisseur heeft een machtspositie, dat is noodzakelijk, maar als deze misbruikt wordt dan wordt het gevaarlijk. Kijk maar naar het schandaal rond regisseur en kunstenaar Jan Fabre. Hij respecteerde de grenzen van zijn dansers niet en misbruikte zijn positie als regisseur om seks te hebben bij zijn dansers. Want ‘Geen seks geen solo.’ En het zou je verbazen hoeveel jonge meisjes hierin meegingen uit angst om hun job te verliezen. (Nws, 2022) Dit is een extreem voorbeeld, maar het gebeurt meer en vaker dan je denkt. Als ik hierbij mijn situatie bekijk, wilde ik nooit toegeven dat er sprake was van grensoverschrijdend gedrag. Ik dacht dat er fysieke seksuele handelingen moesten gebeuren om te kunnen spreken van grensoverschrijdend gedrag. Maar blijkbaar hoort manipulatie en onder druk zetten hier ook bij. Wat bij mij het geval was. Was ik dan naïef om hier gewoon in mee te gaan? Nee uit mijn repetitieproces en een gesprek met Emelie (medespeler van de voorstelling) is gebleken dat dit komt door de context waarin we zijn opgegroeid. We zijn beide opgegroeid in een veilige omgeving waarin we geen rekening moesten houden met onze grenzen, daardoor is het nu moeilijker om gevaarlijke situaties te schatten. Voor Gen Z is het cruciaal geworden om grenzen aan te kunnen geven zegt Philine Janssens in een interview rond intimiteit coaching. (Interview Met Ayke Gubbels En Philine Janssens: Intimiteit Op Scène, 2023). Toch blijkt dit in de professionele wereld zeer moeilijk. Je kan je baan verliezen als je uit een project stapt ook al zou je daar altijd recht op moeten hebben als je een gevoel van onveiligheid ervaart, zegt Dorianna, ex-studente drama. Daar ben ik ook van overtuigd. Bij theater voor liefhebbers is dit ook niet vanzelfsprekend. Dit is vaak een vriendengroep onder elkaar in een lacherige sfeer zegt Rune Vertenten. Hij heeft al tien jaar ervaring in het vak theater voor liefhebbers. Daarbij wordt het persoonlijker als je eruit stapt, want het blijven je vrienden.

Moet intimiteit dan verdwijnen van de scène? Ik dacht eerst van wel, maar daardoor wordt seks een taboe en dat is ook niet de bedoeling. Mijn blik hierop is verandert door Violet Breackman. Zij is ervan overtuigd dat alles kan op een scène mits er over gecommuniceerd kan worden en er goede afspraken over worden gemaakt. Dit vraagt een goede voorbereiding en duidelijke communicatie met je medespeler of regisseur zegt Bas Van Weert, acteur in thuis (Vets, 2024). Er kan ontzettend veel in theater als de arena klopt, daarmee wordt bedoelt de productie, medespelers en regisseur. Als dit allemaal veilig aanvoelt en er over grenzen gecommuniceerd kan worden dan zou je bij manier van spreken zelfs naakt op een podium kunnen staan. Hier ben ik veel vrijer en meer open in geworden doorheen mijn onderzoek. Daar hebben de gesprekken en de theorie een grote invloed op gehad.

Toch gaat het over meer dan enkel grenzen aangeven. Want als je enkel je grenzen zou aangeven stap je uit een productie of niet en ik doe in mijn onderzoek veel meer dan dat. Dit heb ik het meeste gemerkt tijdens het repetitieproces. Ik heb toen ontzettend veel dingen gedaan waar ik uit mijn comfortzone moest stappen. Zoals bijvoorbeeld dansen, ik ben geen danser en voelde een mentale blokkade toen we tijdens het proces hiermee bezig waren. Voor mij voelde dit eerst als iets heel onveilig maar door terug te koppelen naar het gesprek met Violet Breackman kwam ik tot het besef dat er wel degelijk een verschil is tussen onveiligheid en oncomfortabel zijn. Acteren is uit je comfortzone stappen dus dat kan oncomfortabel aanvoelen. Het is jou taak om als speler op zoek te gaan naar een manier om dit eigen te maken en je comfortzone op te zoeken. Wat een hele uitdaging is natuurlijk. Het gaat over hoe jij in een personage stapt en die rol eigen maakt door je comfortzone op te zoeken en technieken toe te passen. Dat blijkt uit een thesis van Céline Vermeulen. Zij heeft verschillende actrices in opleiding geïnterviewd over hoe zij in een rol stappen en deze invullen (Vermeulen, 2021). Ook Emelie heeft dit tijdens het proces meegemaakt. Ze moest spelen in kledij die kort was en waarbij ze zich alles behalve comfortabel voelde, door op zoek te gaan naar kledij waar zij zich wel goed bij voelde, zonder het doel van de scène aan te passen, kon ze veel beter spelen.

Door een gesprek op de research days met Corien Verlinden kreeg ik het idee om een educatieve tool te ontwerpen voor (jonge) spelers om aan de slag te kunnen gaan met het oncomfortabel zijn in een rol en dit ook opmerken, zoals dit ontdekt werd tijdens mijn repetitieproces.

  

Het is een lange weg geweest waarin ik meerdere malen van focus ben verandert, maar uiteindelijk zeer tevreden ben over wat de uitkomst is. Ik hoop dan ook dat deze tool kan ingezet worden in theater verenigingen voor liefhebbers en dat de voorstelling nog bij veel mensen een bespreekbaarheid in beweging kan brengen, zowel als bij spelers als bij het publiek. Ik ben enorm gegroeid door dit onderzoek als educator maar ook als speler. Ik stel mezelf meer open voor nieuwe ervaringen, waarbij ik mijn comfortzone moet verlaten, want daar gebeuren de mooiste dingen. Ik sta meer open voor andere hun perspectieven en blijf niet steken op mijn eigen ideeën. En tot slot ben ik zeer tevreden dat ik dit proces heb kunnen afleggen, dat het met vallen en opstaan was, maar dat het zeer vruchtbaar was en ik interessante mensen heb leren kennen. Ik ben enorm dankbaar voor iedereen die eraan heeft meegewerkt en die achter mijn boodschap staat. Theater maak je samen en dat is in dit onderzoek nog maar eens bewezen.  


 

Rol van de voorstelling:

 

De voorstelling is voor mij een hulpmiddel geweest om mijn verhaal te kunnen vertellen en een boodschap over te brengen om mensen binnen het liefhebberstheater zich meer bewust te laten worden over deze thematiek. Hierbij heb in het nagesprek ruimte gegeven om het bespreekbaar te kunnen maken door er samen in gesprek over te gaan, wat zeer waardevol was. In de voorstelling zit ook de educatieve waarde van mijn onderzoek. Daarbij heb ik “het proces van het tonen” van Biesta(2020)gebruikt. Waarbij de voorstelling kan gezien worden als educatief moment van onderbreking (de aandacht van het publiek richten naar wat jij waardevol vindt om te tonen), uitstel (de informatie die het publiek binnen krijgt laten verwerken door rustomenten te nemen) en ondersteuning (het nagesprek begeleiden). Ik ben er dan ook van overtuigd dat er in theater ruimte is om zo’n gevoelige onderwerpen bespreekbaar te kunnen maken. Daarom ook de keuze om zelf een voorstelling te spelen.  


2. Conclusies 

4. Wat nu? 

Samen met Emelie Moris (medespeler van de voorstelling) wil ik deze voorstelling natuurlijk nog meer brengen. Zo zijn we vlak na het toonmoment gevraagd om deze te brengen bij "Spots op West" een theaterfestival is Westouter aan het begin van de zomervakantie. Opendoek vond het waardevol om dit onderwerp bespreekbaar te maken en wilde dus zeker een vervolg. Ook tijdens het nagsprek was er veel vraag naar een voortzetting hiervan merkten we. Opendoek wil ook zeker een nagesprek na ons toonmoment, omdat dit een meerwaarde geeft vinden zij zelf en daar ben ik ook volledig akkoord mee. 

 

Een ander idee is om de voorstelling (de opname) te tonen aan zowel scholen als amateurverenigingen en daarbij zelf het nagesprek te voeren als sprekers over dit onderwerp met de mensen. De opname van de voorstelling als educatieve tool inzetten en jonge mensen bewust laten kijken hiernaar om daarna met ze in gesprek te kunnen gaan. 

Ik ben met mijn onderzoek bezig geweest met de onderwerp stereotypering en grenzen aangeven maar ben doorheen het proces tot de conclusie gekomen dat het meer is dan enkel dat. Het gaat ook over het ongemak dat je voelt als je een rol speelt die buiten je comfortzone ligt en hoe je daarmee om moet gaan. Hier komen verschillende factoren bij kijken, die ik in mijn onderzoek allemaal heb proberen aan te stippen om zo mijn uiteindelijke conclusies te kunnen maken. Op basis van die conclusies heb ik een educatieve tool ontwikkeld voor (jonge) spelers. De voorstelling die uit dit onderzoek is voortgekomen willen we nog meer spelen in de toekomst, zodat de bespreekbaarheid en bewustwording blijft groeien bij theater voor liefhebbers. 

Antwoord subvragen 

Na deze conclusies kan ik dus de subvragen van in mijn inleiding, die mijn onderzoek gevormd hebben, beantwoorden. 


 

Welke vrouwelijke stereotypen heersen er nog in het (Antwerpse) liefhebberstheater?

 

Uit verschillende gesprekken met spelers vanuit verschillende opleidingen, kunnen we concluderen dat (vrouwelijke) stereotypes verschillende vormen kunnen aannemen. In het boek "Echte  vrouwen bestaan niet" van Schillebeeckx is er een lijst terug te vinden met verschillende stereotypes vanuit films.(Y. Schillebeeckx, 2016)Zo wordt je sneller gecast voor lesbische rollen als je haar kortgeknipt is zegt Violet Breackman in een gesprek rond typecasting.(V. Breakman, persoonlijke communicatie, 21 december 2023)

 

Lijst stereotypes in film:

  • Sassy black woman: dit personage heeft maar één doel: hilarische en no-nonsens commentaar geven bij het hoofdpersonage, arrogantie, een vrouw van Afrikaanse origine, de beste vriendin van het hoofdpersonage.
  • Vurige latina: Latijns-Amerikaanse furie die erg passievol en temperamentvol is, moeilijk verstaanbaar accent
  • Tomboy: geen doorsnee vrouwelijk personage, niet geïnteresseerd in vrouwelijke dingen, bijna geen interesse in jongens, vaak denken mensen dat ze lesbisch is (prachtig voorbeeld “She’s the man”
  • Manic pixie dream girl: meest populaire stereotype, schattige blanke meisje, haar doel: het chagrijnige hoofdpersonage toten hoe mooi het leven is. oppervlakkig personage zonder achtergrond verhaal
  • Femme fatale: een aantrekkelijke vrouw, vaak met felrode lippenstift en draagt luxueuze jurken. Ze gebruikt haar seksualiteit om haar snode plannen uit te kunnen voeren. Ze is egoïstisch en handelt uit eigen belang.
  • Machtige vrouw: doel: haar carrière. Ze heeft geen sociaal leven of liefdesleven. Vaak empathie loos. Ze heeft geen begrip voor haar werknemers.
  • Butch lesbian: houdt van vrouwen maar walgt van mannen. Haar seksuele geaardheid wordt sterk benadrukt. Toch kleed ze zich mannelijk: kort haar, houthakkershemden, tattoos,…
  • maitresse 
  • secretaresse 
  • hoer/prostituee 
  • liefdes interesse 
  • seut 
  • slachtoffer 
  • damsell in distress 
  • jong, naïef meisje 
  • de flirt

 

Als we naar het liefhebberstheater gaan kijken komen verschillende stereotypes uit die lijst terug. Ben je een jong meisje dan speel je volgens Eline, studente musical de minnares of naïve meisje en ben je ouder of zwaarder gebouwd dan krijg je de moederrollen bevestigd Dorianna, ex-studente drama. Zoals hierboven in de conclusie vermeld staat, is dit vaak het gevolg van typecasting en speelt uiterlijk een zeer grote rol. (Type Casting in Acting 2024. . . All You Need to Know, n.d.)Hieruit kunnen we besluiten dat uiterlijk een belangrijke rol speelt voor het in stand houden van stereotyperingen. Je wordt gecast op vlak van hoe je eruit ziet. Dit is ook terug te vinden in het experiment rond kledij en stereotypes. Ik dacht daarbij dat tekst de oorzaak was, maar daaruit blijkt dat tekst er geen invloed op heeft. Zo heb ik de tekst die ik heb moeten spelen als Ellen Thienpont, secretaresse opnieuw gebracht maar deze keer zonder de sexy kledij. Het was verrassend hoe het doel van het personage hierbij verandert puur op wat ze aan heeft, ook al blijft de tekst hetzelfde. Wij bevestigen de stereotypes dus met ons uiterlijk en kledij.

 

 

Wat is de beeldvorming van vrouwen in het (Antwerpse) liefhebberstheater?

 

De media speelt hier een cruciale rol. Wat de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen ook in stand houdt. Als we daarbij naar films kijken kunnen we de Bechdel test erbij nemen. Als we dan weten dat meer dan de helft niet slaagt voor die test dan is het probleem wel duidelijk. Neville, L. N. (2023, May 30). De voordelen van deze test worden besproken in mijn bronnenverwerking. Dit komt ook terug in het theater als we de gesprekken van verschillende studenten mogen geloven en daarbij kunnen ook kijken naar cijfers rond dit onderwerp en daaruit blijkt dat er wel degelijk een ongelijk is tussen mannen en vrouwen in theater. Zo hebben mannen twee keer zoveel tekst en is de meerderheid van theaterstukken geschreven door mannelijke auteurs. Geerlings,P. (2022). Daardoor krijgen vrouwen minder gelaagde rollen en blijven ze in de stereotype patronen hervallen.(Ongenae, 2015b)De beeldvorming buiten theater en in de media zelf is dus ook een reden waarom dit in stand wordt gehouden.

 

 

 

Cultureel maatschappijbeeld: Is de functie van actrices binnen het (Antwerpse) liefhebberstheater veranderd tijdens de laatste decennia?

 

Als we dit nog breder gaan bekijken en het maatschappelijke beeld van stereotypering erbij nemen, kunnen we hieruit besluiten dat stereotypering wel degelijk een maatschappelijk probleem is. Kijk maar naar “Slut shaming”, iemand omwille van zijn seksuele interesses benoemen is daar een voorbeeld van. In meerdere gesprekken kwam dit naar voor. Maar ook bronnen bevestigen deze manier van denken. Stereotypes zitten in onze maatschappij ingebakken zegt Stuart Hall. (Marieke van den Brink & Yvonne Benschop, n.d.) Liefhebberstheater is daarbij een verouderde vorm van theater, werd tijdens de sessies met de focusgroep vaak benadrukt. Als we naar deze twee oorzaken kijken kunnen we concluderen dat de maatschappij en het liefhebberstheater een grote rol spelen in de in stand houding van stereotypes. Dus zoals Rune zo mooi verwoord in een gesprek “Het (liefhebbers)theater is een afspiegeling van het maatschappelijke probleem.” (R. Vertenten, persoonlijke communicatie,2023) Wat wel verandert is doorheen het onderzoek is de mening dat stereotypes niet moeten blijven voortbestaan in het liefhebberstheater. Door veel gesprekken met de focusgroep maar ook door het nodige literatuuronderzoek zijn er de volgende besluiten uitgekomen. In het liefhebberstheater zijn komedies een groot succes, het zijn ook die stukken die ervoor zorgen dat stereotypes blijven bestaan. Daarbij is het publiek cruciaal om een theatervereniging draaiende te houden. Zij zijn de inkomsten van het theater. Het is ook een publiek dat herkenbaarheid een belangrijke factor vindt in het theater en clichés en stereotypes brengen nu eenmaal een sterke herkenbaarheid met zich mee, zeker in die komedies.(N. Delafontaine, persoonlijke communicatie, 19 oktober 2023) We kunnen besluiten dat er op zich niets mis is met stereotypes, maar als het verder gaat en dit naast de scène wordt doorgetrokken, dan kan het schadelijk worden voor spelers die zich hier niet goed bij voelen. We mogen die stereotypes niet bevestigen naast de scène.

 

 

 

Welke rol heeft een regisseur omtrent het in stand houden van stereotypen en beeldvorming van vrouwen?

 

Uit dit onderzoek is gebleken dat een regisseur zeker een rol speelt in het in stand houden van stereotypes, maar daaruit is ook gebleken dat het verder kan gaan. Dit kan liggen aan de conservatieve blik die sommige regisseurs hebben. Dat blijkt uit meerdere gesprekken met de focusgroep. Toch is ook de aanpak van een regisseur daar van groot belang. “Een stuk staat of valt met de regisseur”(R. Vertenten, persoonlijke communicatie,2023). Daarin zit hij/zij in een zekere machtspositie, hier is op zich niets mis mee, als deze niet misbruikt wordt. Dan kunnen we spreken van grensoverschrijdend gedrag. Het zijn die grenzen die naast het podium gerespecteerd moeten worden. Zoals in de vorige vraag beantwoord wordt zijn stereotypes op het podium geen probleem, het wordt “gevaarlijk” als dit in stand blijft ernaast. Een voorbeeld hiervan is iets dat mijn regisseur mij gezegd heeft: “Jij draagt toch altijd korte kleedjes dus dan speel je toch gewoon jezelf.” Hij bevestigde daarbij de stereotype die ik moest spelen en dan wordt het persoonlijk. Hij gebruikte zijn machtspositie om iets gedaan van mij te krijgen. Daardoor durfde ik er ook niet uitstappen en voelde het niet fijn. Uit verschillende gesprekken blijkt dat studenten musical, drama dit ook ervaren tijdens de opleiding. We leven hierbij in een “angstcultuur” waarbij ze bang hebben om een rol te weigeren of omdat ze daarbij hun baan kunnen verliezen.(Nws, 2022) Dit komt zeker bij jonge spelers veel voor, omdat wij als spelers ambitieus zijn en dus zeer kwetsbaar zegt Knotter, J. (2023) in een interview rond grensoverschrijdend gedrag in het professionele theater. Eruit stappen is daarom niet altijd een optie. Hier merk ik dat de focus van het onderzoek verbreed is en dat het daarbij een bijzondere wending heeft gekregen.  

 

Grenzen aangeven of verleggen: Welke rol heeft de speler zelf hierin? 

 

Een regisseur speelt een belangrijke rol dat is gebleken uit de vorige vraag, maar hoe zit dat bij de speler zelf? Een speler moet zijn grenzen kunnen aangeven. Dit wordt in verschillende gesprekken met studenten bevestigd. Zij zijn ervan overtuigd dat je het recht moet hebben om een uit een project te stappen als je er geen fijn gevoel bij hebt. Toch kan een rol niet fijn aanvoelen, omdat er bijvoorbeeld uit de comfortzone gestapt moet worden zonder een manier van onveiligheid te ervaren. Daar is het gesprek met Violet Breackman zeer waardevol in geweest. Zij gaf aan dat er een duidelijk verschil moet zijn in onveiligheid of je oncomfortabel voelen als speler.(V. Breakman, persoonlijke communicatie, 21 december 2023) Daarbij moeten spelers de ruimte hebben om hierover te communiceren. Violet is ervan overtuigd dat alles kan mits er goede afspraken worden gemaakt en erover gecommuniceerd wordt met de regisseur, medespelers,… Dit wordt ook bevestigd door  Janssens, P.(2023), intimiteitscoach in het Vlaamse medialandschap. Dit heb ik zelf ook ondervonden tijdens het repetitieproces. We zijn meerdere malen uit onze comfortzone gestapt maar door de open communicatie hebben we telkens een manier gevonden om hiermee te experimenteren tot we beide comfortabel genoeg waren om het te kunnen spelen. Toch is comfortabel bij iedereen anders. Wat goed voelt voor de ene, kan de ander bij blokkeren. Daarom de educatieve tool die ik hiernaast heb uitgewerkt.


Wat vind je op deze pagina? 

 

1. Verandering onderzoeksvraag

   Proces conclusie 

2. Conclusies 

   Antwoord Subvragen 

3. Educatieve tool 

4. Wat nu? 

Uitleg:


Schema: educatieve tool voor het ongemak in een rol bespreekbaar te maken


Ik ben er mij van bewust dat je "oncomfortabel" voelen in een rol niet meetbaar is. Waneer kan je spreken van een oncomfortabel gevoel? Vaak is dit ook anders voor verschillende speler. Wat voor de ene oncomfortabel voelt, kan voor de andere net juist aanvoelen. Voor iedereen is dit anders, maar dat maakt het net zo waardevol. Het is jou taak als speler om hier eigenaarschap over te krijgen. Daarom heb ik deze educatieve tool ontworpen om hier als speler een beter inzicht in te krijgen om het vervolgens bespreekbaar te kunnen maken. In de tool heb ik geprobeert een manier te vinden om deze vorm van ongemak toch te kunnen omzetten in woorden en de oorzaken te achterhalen waar dit vandaan komt. Als ze deze oorzaken kunnen aangeven dan is dat volgens mij een stap in de goede richting. 


Hoe is dit schema ontstaan?

Deze educatieve tool is ontstaan doorheen het repetitieproces van onze voorstelling, in combinatie met het gesprek dan ik gehad heb met Violet Braeckman. Doordat gesprek heeft de tool meer vorm gekregen en heb ik onderdelen van dat gesprek eruit kunnen halen om deze tool te ontwikkelen.

Ik heb zelf tijdens de repetities een intens proces meegemaakt van uit mijn comfortzone stappen tot mij oncomfortabel voelen bij een bepaalde scène.

Het uiteindelijke idee om een educatieve tool te ontwikkelen hiervoor is ontstaan uit een gesprek op de derde Research Day met Corien van der Linden. Zij was zeer enthousiast over het onderzoek zelf en zeker het repetitieproces fascineerde haar enorm. Ik wist niet hoe ik verder moest op dat moment. Ik had zoveel data maar had geen flauw idee hoe ik deze moest verwerken in mijn onderzoek. Tot zij mij vragen begon te stellen tijdens het gesprek. “Wat werkte er tijdens het proces? Wat werkte niet?” Ze zei dat ik op de repetities moest reflecteren en dat er daaruit een schema kon ontstaan die als hulpmiddel kon ingezet worden voor andere spelers. De belangrijkste onderdelen in de repetities die naar boven kwamen waren: kledij, vorm, personage en context. Uiteindelijk ging ik hiermee aan de slag en vanuit een eigen voorbeeld creëerde ik deze tool.

 

Analyse

Hieronder licht ik, stap voor stap, even toe hoe deze tool toegepast kan worden.

Stap 1. Bewustwording: Word je bewust van het probleem. Er voelt iets niet goed. Het voelt vreemd, niet fijn, een blokkade, een gevoel. Er is duidelijk iets mis. Daar moet je je eerst bewust van worden om verder te kunnen gaan naar de volgende stap.


Stap 2. Is het onveilig of oncomfortabel? Deze manier van denken kwam voor het eerst in mij naar boven tijdens het gesprek met Violet Braeckman. Door haar professioneel perspectief bekijkt zij grenzen aangeven als iets dat te maken heeft met je comfortzone.


Onveilig: Het wordt onveilig als machtsverhoudingen meespelen (bron: Merel Severs, Jan Fabre) of als er geen duidelijke afspraken worden gemaakt en het kan uitdraaien op grensoverschrijdend gedrag, omdat bepaalde personen binnen een productie je onveilig laten voelen. (bron: #metoo) als er sprake is van seksisme of discriminatie voor of achter de scène (bron: Seksisme, nee wij overdrijven niet) Als één van de bovenstaande onderwerpen een oorzaak is van dat onveilige gevoel, stap dan uit het project. Je kan niet een voorstelling spelen waar je continue het gevoel van onveiligheid ervaart. De arena moet kloppen, zoals Violet Braeckman zou zeggen. (bron: Violet Braeckman)


Oncomfortabel: Je oncomfortabel voelen in het vak acteren is logisch. Buiten je comfortzone treden en grenzen opzoeken hoort erbij. Als acteur of actrice put je voor elke rol delen uit jezelf, in elk personage zit een deel van jezelf. Bijvoorbeeld: het personage is een naïef meisje dat al jaren opgesloten zit op haar kamer en hopeloos verliefd wordt op de eerste de beste jongeman die haar raam passeert. (personage: Johanna uit Sweeney Todd). Om deze rol vorm te kunnen geven ben ik terug gegaan naar de naïeve versie van mezelf toen ik jonger was. Ik geloofde toen in ware liefde zoals in sprookjes. Dat deeltje van mezelf heb ik terug opgeroepen om het personage geloofwaardig neer te kunnen zetten.


Stap 3. In dit onderdeel koppel ik vooral terug naar de repetities en ben ik tot de conclusie gekomen dat ik de reden voor het oncomfortabele gevoel kan onderverdelen is vier belangrijke oorzaken.

  1. Context/ omgeving: De personen waar je het repetitieproces mee doormaakt, spelen een belangrijke rol in hoe jij je voelt als speler binnen een productie. Een goede samenwerking kan je toelaten om uit je comfortzone te stappen, maar ook andersom.

 

  1. Kledij: Wat je draagt op de scène kan zeker een invloed hebben over hoe je je voelt. (zie improvisatie oefening) bijvoorbeeld: mijn medespeler die in lingerie de scène moest spelen die ik zelf heb moeten spelen.

 

  1. (Spel)vorm: We moeten ons bewust zijn van de verschillende spelvormen binnen theater. We kunnen ons niet bij elke vorm comfortabel voelen. (zie gesprek met Emelie over verschillende achtergronden in theater)

 

  1. Personage (rol): Natuurlijk kan het personage dat we moeten neerzetten buiten onze comfortzone liggen. Dit kan aan de stereotypering liggen Misschien is de neerzetting van het personage vrouwonvriendelijk?

 

Stap 4. Bespreekbaarheid

Als je je bewust bent van het probleem en je een gerichtere oorzaak kan geven kan je het probleem bespreekbaar maken. Er kan een dialoog ontstaan tussen speler en regisseur of spelers onder elkaar. Communicatie is van groot belang bij een repetitieproces. Zeker bij het maken van een voorstelling. (zie nagesprek) Dus benoem het probleem aan de hand van de oorzaken hierboven.


Stap 5. Fysiek of mentaal?

Uiteindelijk is er nog een eventueel laatste stap die je kan uitvoeren. Is het een fysiek of mentaal probleem? (zie improvisatie oefening)

Fysiek: Dit heeft vaak met kledij of uiterlijk te maken. Dit kan dus opgelost worden door op zoek te gaan naar alternatieven en oplossingen. Waardoor je je beter in wel beter voelt in wat je draagt. (zie repetitie moment) Het kan ook zijn dat iets fysiek niet mogelijk is door een blessure bijvoorbeeld. Dat is een ander verhaal.

Mentaal: Als het een mentaal probleem is kan het dieper zitten. Je kan dan mentaal blokkeren en verstand is moeilijker om aan te pakken dan iets lichamelijk. Vaak moet er dan een verandering van je mindset komen, wat natuurlijk niet vanzelfsprekend is.

 

 

Doelgroep:

Deze educatieve tool is gemaakt voor en door spelers, zodat zij een hulpmiddel hebben om ongemak in een rol te kunnen aankaarten. Er moet eerst een bewustwording gevormd worden om het daarna bespreekbaar te kunnen maken. Deze tool kan een hulpmiddel zijn om de stap te zetten om erover in gesprek te gaan en de stap kleiner te maken. Het kan ook een leidraad zijn om zo’n gesprek te kunnen voeren, want grenzen aangeven of een probleem binnen een repetitieproces bespreekbaar maken is niet eenvoudig, zeker voor jonge spelers. Daarom denk ik dat net zij dit het meeste nodig hebben.

 

 

3. Educatieve tool 

Voorbeelden situaties  

Situatie 1: 

Tijdens het repetitieproces ben ik geblokkeerd toen we bezig waren met het maken van een dans voor de voorstelling. Dit was ver buiten mijn comfortzone en dit lukte niet. 

Situatie 2: 

Tijdens het repetitieproces heeft mijn medespeler het moeilijk gehad bij het spelen van een scène waarin ze zich sexy moest kleden en gedragen naar het publiek toe.