Introductie: 


Mijn onderzoek is gestart vanuit een persoonlijke ervaring. Tijdens deze ervaring heb ik mij niet goed gevoelt bij een rol die ik moest spelen. In mijn onderzoek ben ik op zoek gegaan naar factoren  hiervan en hoe ik hiermee moet omgaan. Deze ervaring heeft de drijfveer voor het uitvoeren van dit onderzoek vorm gegeven. Ik ben dus het product, een casus van mijn eigen onderzoek.  Toen ik verder vooronderzoek ging doen werd de relevantie van dit onderwerp meer en meer duidelijk. Dit is een onderwerp dat bij veel theatergezelschappen speelt en dus moet aangepakt worden.  Zeker voor het theater in de vrije tijd. Ik ben dan ook met mijn plan naar Opendoek gestapt (organisatie voor theater in de vrije tijd) en daaruit bleek hoe urgent het is om dit te onderzoek uit te voeren. 


De inleiding (deze opent u door op de link bovenaan te klikken) duidt het tot stand komen van de onderzoeksvraag en de subvragen. 

1. Ervaring 

Ervaring: (aanleiding)


“Ze staat daar zo half naakt op het podium om op televisie te kunnen komen.” (publiek Pulhoeveke)

Daar sta je dan op een podium, in een rol waar je je niet fijn bij voelt. Daar is alles begonnen, bij die negatieve ervaring. Ik speelde Ellen Thienpont, de secretaresse die een wilde nacht beleefd met de minister van Binnenlandse zaken, tot dat deze verstoord wordt door een onaangename gast. Deze rol was niet alleen zeer vrouwonvriendelijk maar ik moest ze ook spelen in sexy lingerie met een man die veel ouder was dan ik. Tijdens het repetitieproces voelde ik dat er iets niet juist zat. Ik stelde mij vragen als: Kan ik nog wel acteren?  Is er iets mis waardoor ik deze rol niet met volle overtuiging kan neerzetten?  Ik durfde er niet over te praten, omdat ik dacht dat ik dan geen goede actrice meer zou zijn. Ik was ervan overtuigd dat je als actrice elke rol moet aankunnen. Dit werd ook bevestigd door mijn regisseur “Jij durft dat, want je bent een goede actrice.” Zei hij vaak, dus eruit stappen was geen optie. Ik wilde mezelf bewijzen. Ik voelde mij alleen in dit gevoel en besloot om er met mijn oma over te praten. Door haar heb ik mijn liefde voor theater ontwikkelt dus ze leek mij de perfecte persoon om hierover in gesprek te gaan. Zij gaf aan dat deze rol gewoon zeer vrouwonvriendelijk is. Dat we vrouwen in de dag van vandaag niet meer zo kunnen neerzetten in het theater. Toch vroeg ik mezelf af of het over specifiek over stereotypering  ging of dat het dieper gaat. Zou de manier waarop de regisseur het heeft aangepakt er iets mee te maken kunnen hebben? Een regisseur zit in een bepaalde machtsverhouding en bepaald hoe zijn spelers rollen moeten spelen. Had ik mijn grenzen hier meer moeten aangeven? Had ik nee moeten zeggen of eruit moeten stappen? Die vragen spookte voortdurend door mijn hoofd. Deze ervaring is dan ook de aanleiding van de start van mijn onderzoek.

2. Context  

Amateurtheater is een besloten en gevarieerde wereld. Sommige amateurverenigingen spelen voornamelijk komedies met als doel om het publiek te doen ontspannen. Terwijl andere groepen er dan weer voor kiezen om verschillende genres te spelen door meerdere toneelstukken per jaar te brengen. Dit gaat van drama tot komedie. Ook het niveau van de verenigingen verschilt enorm, van een vriendengroep die elk jaar een stuk brengt tot semiprofessionele gezelschappen die inzetten op hoge kwaliteitsvoorstellingen.

Het is belangrijk om de context van mijn onderzoek in het oog te houden. Ik ben me bewust van de genderongelijkheid die heerst binnen het amateurtheater. Hoewel de spelers en het bestuur vaak uit vrouwen bestaan, zijn de meeste regisseurs mannen. Het is dit laatste deel wat er deels voor zorgt dat de vrouwelijke stereotypen moeilijk aan de kant kunnen worden geschoven. 

Dat er een noodzaak was om aan dit onderzoek te beginnen was voor mij snel duidelijk. Vorig jaar bij het vak ‘Analyse en reflectie’ moesten we een spanning binnen onze praktijk zoeken en hier een cartografie en performance rond maken (Zie titel 5. Vooronderzoek) Ik wist meteen dat ik deze negatieve ervaring als spanning wilde gebruiken. Door vooronderzoek te doen over dit onderwerp was ik er steeds meer van overtuigd dat ik hier verder mee wilde. De drijfveer voor het uitvoeren van dit onderzoek werd ook steeds duidelijker. Ik merk ook dat er in het amateurtheater nog weinig aandacht is voor grenzen aangeven en stereotypering. Jonge spelers, zoals ik zijn er veel spelers zich hier niet van bewust of durven het niet bespreekbaar te maken. Daarbij werd ook de doelgroep voor het uitvoeren van mijn onderzoek duidelijk. Dit onderzoek is voor spelers binnen het theater voor vrije tijd, die er niet over in gesprek durven gaan of niet weten hoe ze dit kunnen aankaarten. Ik wil een manier zoeken om het makkelijker te maken voor deze spelers, zodat de stap om erover te communiceren, naar personen met een machtsverhouding, minder groot wordt. Ten tweede beseffen veel spelers vaak niet dat ze over hun eigen grenzen gaan of dat de neerzetting van bepaalde rollen niet door de beugel kan. Dat is de eerste stap om iets in beweging te zetten volgens mij. Door een bewustwording te creëren bij jonge spelers rond deze thematiek.

3. Motivatie 

4. Relevantie

 

Stereotypering het is iets waar we niet vanaf kunnen wijken in onze maatschappij. Dit is zeer hardnekkig aanwezig in de media. Volgens Schillebeeckx (2016) is dit dan ook een maatschappelijk probleem en krijgen we daardoor vooroordelen over sommige bevolkingsgroepen, bijvoorbeeld bij vrouwen. Er is daarom nog steeds een ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en daaruit komt seksisme dan ook voort. De reden waarom vrouwen als lustobject worden afgebeeld ligt daar zeker (Ongenae, 2015b). Als daar al een deel van het probleem ligt dan wordt dit in theater alleen maar doorgetrokken. Dat blijkt uit cijfers van een onderzoek “De rol van de vrouw in de theaterwereld.”  Vrouwen hebben daar twee keer zo weinig tekst en dus kleinere rollen dan mannen. Daardoor staan vrouwen vaak ten dienste van mannen in theater. Ze spelen dus de minnares, de vrouw van,… (Geerlings, 2022). Ik vind het jammer dat vrouwen alleen maar zo worden getoond op een podium. Ik ben daarbij niet de enige die worstelt met dit probleem. In een interview met Violet Braeckman en Jaqueline Blom voor haar podcast “De bitch en de hoer” bespreken de dames een voorstelling die ze hebben gespeeld, waarin stereotypering van vrouwelijke rollen heel sterk aanwezig was en waar Jaqueline aan de alarmbel heeft getrokken bij de regisseur. In de voorstelling “Het duel” moest Violet volgens het script een wulps hoertje spelen, die alle mannen rond haar vinger windt. De actrice vond dat het personage meer was dan hoe ze door de auteur beschreven stond en ging, samen met Jaqueline, tegen de ideeën van de regisseur en auteur in. Het is door dit voorval dat Violet heeft ontdekt, net zoals ik, dat deze stereotypering vaker voorkomt dan eigenlijk goed is voor vrouwen Braeckman, V. (2019)

Om een ander voorbeeld te geven, kunnen we ook de recent uitgebrachte film “Barbie” bespreken. Deze film is een duidelijk voorbeeld van hoe we op een positieve manier een verhaal kunnen vertellen, zonder daarbij mannen of vrouwen te stereotyperen. Hier volgt de korte inhoud: De film gaat over Barbieland, een perfecte plek waar alle Barbies samenleven met de Kens. De Barbies staan hiërarchisch boven de Kens maar maken hier geen misbruik van, toch voelt Ken zich een accessoire van Barbie en heeft hij  constante bevestiging van haar nodig. Totdat hij, samen met Barbie in de echte wereld terecht komt en ze ontdekken dat in onze wereld het tegenovergestelde waar is. Ken ontdekt dat mannen wel de baas zijn en een hogere functie hebben in de maatschappij en Barbie ontdekt wat het betekent om in zo’n wereld vrouw te zijn. Ze wordt geseksualiseerd, is ongelukkig en ontdekt dat ze alles behalve perfect is. Ken reflecteert vervolgens over de ideeën van de echte wereld en past deze toe op Barbieland, wat tot veel problemen leidt, terwijl Barbie er alles aan doet om haar geliefde Barbieland te redden. De regisseur, Greta Gerwig, slaagt erin een feministische film te maken zonder mannen in een slecht daglicht te plaatsen, en dat vind ik noodzakelijk in de maatschappij waarin we nu leven. Ken is niet slecht in de film, hij is gewoon opzoek naar zichzelf en denkt dat macht daarbij de oplossing is voor al zijn problemen. De regisseur toont hierbij aan dat het mogelijk is om de ernst van de situatie aan te kaarten zonder daarbij mannen te schaden. Ze maakt van Ken geen slecht persoon, maar een man met gevoelens. Langs de andere kant slaagt ze er ook in om het meest stereotiepe personage ooit, Barbie, volledig te doorbreken. Dit doet ze door van Barbie een vrouw te maken met onvolmaaktheden en gevoelens. Deze film is daarom een prachtig voorbeeld van hoe het anders kan, waarin vrouwen niet hervallen in clichés. Er wordt dan ook nog eens een mooie feministische boodschap vertelt. De film zelf was voor veel mannen en vrouwen een “eye opener” wordt overal op sociale media verkondigd. Ik denk dat dat de relevantie en urgentie van mijn onderzoek wel bevestigd. Barbie zorgt ervoor dat de machtsposities in onze maatschappij bespreekbaar worden, maar ook de stereotypering van vrouwen en mannen. Er wordt over gepraat en het houdt mensen bezig. (Gerwig, 2023; “Barbie”,2023) In de theaterwereld hoort dit probleem ook aangekaart te worden. Ik voel me geroepen een startschot te geven en zodoende mensen bewuster te laten omgaan hiermee.

Als we dit in de amateurtheater context gaan bekijken kunnen we concluderen dat stereotypes daar ook wel overheersen. Dit komt volgens mij door hoeveelheid de komedies die gespeeld worden. Komedies zijn toneelstukken om te lachen en stereotypes zijn daarin vaak sterk aanwezig, omdat ze grappig zijn. Daarom wordt dit zo sterk in stand gehouden. Mijn eigen ervaring was vooral een onaangenaam gevoel bij het spelen van die rol. Heeft dit dan enkel met de neerzetting ervan te maken of speelt er meer? Het was ook wel de manier waarop de regisseur soms dingen aanpakte dat mij een oncomfortabel gevoel gaf.

Daarom wil ik ook het onderwerp grensoverschrijdend gedrag benadrukken. Ook dit is een onderwerp dat enorm hard speelt binnen de media en culturele sector. Een extreem voorbeeld hiervan is het proces rond Harvey Weinstein. Dit is het start schot geweest van de hele #metoo beweging. (Kantor & Twohey, 2020) Zo wordt de urgentie voor mijn onderzoek wel duidelijk. Ook de recent uitgebrachte documentaire “Quiet on set” over de het grensoverschrijdend gedrag van verschillende casting en film regisseurs op de set van Nickelodeon kids shows. (Mary Robertson; Emma Schwartz, 2024) Maar ook in theater is dit spijtig genoeg een veel voorkomend probleem verteld Merel Severs, ex-danseres bij het dans gezelschap van Jan Fabre “Troubelyn.” Regisseur Jan Fabre is schuldig aan grensoverschrijdend gedrag zo respecteerde hij de grenzen van zijn danseressen niet en moesten zij vaak seks met hem hebben om een grote rol te krijgen in zijn voorstellingen. (Nws, 2022b)

Bij mij is het gelukkig niet zo extreem en daarom wilde ik het ook niet grensoverschrijdend noemen. Toch is er hier sprake van. Grensoverschrijdend gedrag hangt niet alleen samen met fysieke, seksuele handelingen maar dit kan ook manipulatie of verbale opmerkingen zijn. “Jij durft dat want je ben een goede actrice.” Is een vorm van manipulatie. Ik durfde daardoor niet mijn eigen grenzen aangeven omdat ik echt mezelf wilde bewijzen en de angst had om mijn rol kwijt te spelen.  “Angstcultuur” wordt dit ook genoemd. Dit komt vooral voor in de professionele wereld. Acteurs die bang zijn om hun baan te verliezen, dus uit angst hun grenzen overgaan. (Recht Van Antwoord Troubleyn/Jan Fabre, n.d.) Dit heb ik zelf ook ervaren. Er was geen ruimte om mijn grenzen aan te kunnen geven en doordoor durfde ik niet uit de productie te stappen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat andere (jonge) spelers hier ook problemen mee hebben. Dat is dan ook de doelgroep voor mijn onderzoek en als je al de voorbeelden van hierboven bekijkt is de relevantie en noodzaak om dit onderzoek uit te voeren ook wel duidelijk.

13 oktober 2023

 

Jan Staes had mij aangeraden om Joke Quaghebeur, de directeur van Opendoek, te contacteren. Zij zou het onderwerp waar ik mijn onderzoek mee wilde starten, zeer interessant vinden vertelde hij mij. 


Dus dat deed ik en 13 oktober had ik mijn eerste kennismaking met haar en Opendoek zelf. Zij was meteen enthousiast over het onderwerp "stereotypering" en vertelde dat het noodzakelijk was dat dit bespreekbaar werd gemaakt. Ze vertelde dat ze nog teveel schadelijke stereotypes ziet terugkomen in oudere toneelteksten en dat deze vaak ook niet verwerkt worden naar de tijd van nu. De urgentie van mijn onderzoek was toen duidelijk te voelen als ik haar hoorde spreken. Er moest nu een verandering komen, want zo kon het niet meer verder. 

Ze wilde dan ook meteen ondersteuning bieden voor het maken van mijn onderzoek. 

Ik wil graag een focusgroep opstarten om samen met verscheidene mensen met verschillende achtergronden en perspectieven in gesprek te kunnen gaan. Zij heeft voor de contacten van die mensen gezocht en zo heb ik een groep kunnen samenstellen. Zo stelde zij een Erwin Jans (dramaturg van het toneelhuis) en een Pol Aryns (Vlaamse toneelauteur) voor. 

Ik wil ook een voorstelling maken die dit onderwerp in de kijker zet. Opendoek kan hierbij zorgen voor gratis theateradvies en coachings. Ze hebben ook geholpen om een oproep (zie hiernaast) te verspreiden om spelers te zoeken die mee willen werken aan de voorstelling. 

Joke vertelde ook dat we die voorstelling kunnen spelen op de theaterdag in Leuven in Opek op 2 maart. Zo hebben we iets om naar toe te werken en kunnen we ons proces delen met andere theatergroepen in de vrije tijd. 

5. Urgentie

Opendoek is een organisatie die het theater in de vrije tijd inspireert, faciliteert en ondersteunt waardoor auteurs, makers, spelers, vertellers en publiek zicht artistiek sociaal kunnen ontplooien. 

 

meer informatie: zie link

Oproep voor spelers

6. Vooronderzoek 

Vorig jaar met het vak Analyse en Reflectie moesten we een spanning zoeken binnen onze praktijk en daar een kartografie en een performance rond maken. Ik heb gekozen om met die negatieve ervaring aan de slag te gaan, omdat ik dit een belangrijk onderwerp vindt en ik wilde onderzoeken wat er toen mis is gelopen. 

 

Hiernaast de kartografie die ik heb gemaakt voor die opdracht. 

 

Hieronder de performance die ik heb gedaan. 

 

Amateurtheater is een besloten en gevarieerde wereld. Sommige amateurverenigingen spelen voornamelijk komedies met als doel om het publiek te doen ontspannen. Terwijl andere groepen er dan weer voor kiezen om verschillende genres te spelen door meerdere toneelstukken per jaar te brengen. Dit gaat van drama tot komedie. Ook het niveau van de verenigingen verschilt enorm, van een vriendengroep die elk jaar een stuk brengt tot semiprofessionele gezelschappen die inzetten op hoge kwaliteitsvoorstellingen.

Het is belangrijk om de context van mijn onderzoek in het oog te houden. Ik ben me bewust van de genderongelijkheid die heerst binnen het amateurtheater. Hoewel de spelers en het bestuur vaak uit vrouwen bestaan, zijn de meeste regisseurs mannen. Het is dit laatste deel wat er deels voor zorgt dat de vrouwelijke stereotypen moeilijk aan de kant kunnen worden geschoven. 

Context 

Wat vind je op deze pagina? 


1: Ervaring (aanleiding)

2: Motivatie (drijfveer) 

3: Relevantie (belang)

4: Urgentie  (actualiteit)

   Context 

5: Vooronderzoek (karthografie + performance)