Oefening 2: Online zoeken in het Engels
- Kies je 3 belangrijkste Engelse kernwoorden met en/of werkveld/onderzoeksveld/dicipline
- Verdeel databases/journals/Google scolar/open source/
- Probeer rond de 10 artikelen te verzamelen op titel, 4 te scannen en 1 te selecteren
- Suggesties voor peers
Mijn positionering
https://www.researchcatalogue.net/view/1726729/1774809
Volgende bijeenkomst: context, de cartografie
Het idee achter een cartografie is dat je vanuit contextualiseren, indexeren en plaats bepalen vertrekt in je onderzoek. Jezelf bewust zijn van het terrein waarin je je begeeft en dit expliciet maken. Hiermee krijg je ook inzicht in de achtergrond/aannames/voorkennis die wellicht meespelen in je onderzoek.
Van micro naar macro (of andersom als dat beter voor je werkt):
-
Persoonlijke context: waar sta je en wat is je (educatieve) achtergrond, dit mag ook persoonlijke achtergrond zijn als deze relevant is voor je motivatie en onderzoek)
-
Interpersoonlijke context: Met welke mensen werk je en hoe werk je met ze (wat is de verhouding tussen je collega’s en wat is je positie binnen de organisatie)
-
Instututionele context: Welke institutionele omgeving bevind je je (ministerie, school, museum, buurthuis etc. NB omgeving kan ook de architectuur en inrichting zijn)
-
Nationale context: Hoe verhoud jou institutionele omgeving zich nationaal (politiek, economisch, religieus, cultureel)
-
Internationale context: Hoe verhoud zich dit in een internationale context (waar staat jou institutionele omgeving zich ten opzichte van andere landen)
-
Universele context: Hoe sta jij in het universum, wat is je geloof, wat zijn je overtuiging.
Schets een kaart (denk aan legenda en schaal verhouding) en licht de punten A t/m F toe in 150 woorden (mag meer) totaal max 1 1/2 A4tje)