Navigate this page to scrol from your left to your right with the mouse. Note that in the menu at your left corner more pages are available.

This collection stems from a very personal conflict: my mom suffers from stage 4 cancer. Coping with my mother's illness meant for me that I had to deal with facing my own mortality. Death is part of our life. But it does feel as if we can only talk about it when being forced to face it.

If facing death and illness is at this moment in time triggering for you. Please feel free to skip this research and revisit it at another time. I'm here for you. 

Ik kijk om mee heen en zie dat ik alleen ben. Ik kijk nog één keer achterom en glip dan langs de twee grafstenen het gat in de heg door. Ik ben omringt door bomen en struiken, het bladerdek kleurt het zonlicht dat binnen valt zacht groen en ik weet zeker dat van waar ik sta, ik van het zicht ontrokken ben. Het is hier nog steeds warm, maar een rilling trekt door mijn lichaam als ik merk dat er voor me op de aarde een deksel van doodskist ligt.

Ik ga zitten op een bankje in de schaduw vlakbij de oorlogsgraven. Ik zit vlakbij de aula die de vorm heeft van een rond koepeltje met glas-in-lood ramen en donkergroen geverfde deuren. De wind wiekt de bomen heen-en-weer en ik schrijf in mijn boekje: het lijkt hier net Frankrijk.

In Bretagne hebben mijn ouders een huisje in een boerendorp helemaal in het oosten van het schiereiland. Daar liep ik als kind elke vakantie over de begraafplaats van het dorp naar het bakkertje om de hoek. De begraafplaats daar was bezaaid met witte kiezelstenen die knerpten onder mijn rode laarzen en een gedeelte van de begraafplaats in Maarssen heeft net zulke stenen. Ze klinken hetzelfde als toen.
 

21 april 2022
Maarssen
Begraafplaats

Misschien is de band die wij als nabestaande hebben met het lichaam na overlijden, juist datgene wat ons bang maakt voor de dood. Het onbekende over niet alleen dat wat er na de dood is maar ook met dat wat er met het lijf gebeurd dat achter blijft? De bacteriën die nu op mijn huid leven, mij mijn leven lang al kennen en na mijn sterven langzaam mijn huid afbreken. Hoe vocht langzaam uit mijn lichaam zal trekken en hoe mijn spieren zich langzaam verslappen als laatste blijk van eeuwige ontspanning. Mijn huid zal verkleuren in oranje, paars, rood en groen.

Als ik dood ga wil ik mijn lijk volledig zijn gang laten gaan in al zijn ontbindende glorie. Laat mijn lichaam het leven geven aan al die organismes die op en naast mij hebben geleefd en laat mijn stoffelijk overschot opgaan in de aarde onder en boven mij. Ik wil na mijn dood terug de kosmos in en als duizend sterren uit elkaar spatten, voor eeuwig weer niets maar ook alles om ons heen zijn.

Ditmaal is de ruimte leeg, er staat geen kist en er zijn geen mensen. Alleen ik en rijen van plastic stoelen met grijze bekleding staan er nog. De muren van de ruimte zijn wit. Het is een ruimte met weinig poespas en daar waar in de gangen grote kleurige schilderijen hangen, ligt in deze ruimte de focus op de glazen voorwand en het uitzicht. Het zonlicht weerkaatst een lichtspel op de muren en er zwemt een eendje langs.

17 maart 2022
Zoetermeer
Crematorium

               24 Maart 2022
                  Driehuizen
Crematorium en begraafplaats

Onze laatste stop in het graf van familie Vissering. Het valt naast de paar mausolea het meest op. Het doet dienst als een kleine begraafplaats op de begraafplaats zelf. Jessica verteld me dat meneer Vissering het liet het bouwen voor zijn vrouw in 1924, hij wilde een klein plekje speciaal voor hen twee omringd door stenen muren. Hij kwam er nog elke dag na zijn werk om er met zijn vrouw een kopje koffie te drinken. Zij in de grond en hij aan het kleine tafeltje en stoeltje ernaast. De tafel en stoel staan er nog steeds, zelfs nu meneer zelf al heel lang in de grond naast zijn vrouw ligt.  

Het is een beladen ochtend de dag dat ik naar Westerveld ga. Mijn moeder is die ochtend in het ziekenhuis opgenomen. Ik heb haar koffer gepakt: vier pyjama’s, twee paar warme sokken, een paar onderbroeken, een nachtlampje in de vorm van een hertje en twee boeken.  

We staan stil bij de urn van de eerste gecremeerde van Nederland: Eduard Douwes Dekker in 1887. [...] Naast de urn van Douwes Dekkers is een ingelijste brief met gratie van het koningshuis voor het cremeren van zijn lichaam. De brief is gericht aan de Vereeniging voor Facultatieve Lijkverbranding. Het voelt gek die bewoording te lezen. ‘Lijk’. Hoe vaker ik met medewerkers van een crematoria praat, hoe meer het me opvalt dat dit woord vermeden wordt. Een lijk is een ‘overledene’ of ‘lichaam’, maar ik ben van mening dat we uit het woord ‘lijk' best de giftige angel mogen halen. Het lichaam is dat was ik nu heb en het lijk is dat wat ik worden ga. Het is het omhulsel van dat wat mij maakt en wat ze van mij in de oven mogen gooien als ik heen ben gegaan. Mijn lijk, mijn woordkeuze. 

Er rent een kind in een zwarte jurk door de gang als we langs de ovens lopen. Haar moeder loopt achter haar aan. We kijken hun na en lopen dan de ruimte in die zij zojuist verlieten. De ruimte van de oven is volledig betegeld met roest,bruin kleurige tegels en heeft geen ramen. De oven gaat hoorbaar aan en de geur van houtsnippers vult de kamer. Het is een indringende en drukkende lucht die in razend tempo elk hoekje en gaatje van de ruimte heeft gevuld.‘Je hebt nog geluk',zegt hij, 'het kan heel anders ruiken’.

               17 Maart 2022
                  Zoetermeer
                 Crematorium

Ik bekijk de kamer waar we in staan, maar er is te weinig licht om deze echt goed in me op te kunnen nemen. De ramen zijn verduisterd met een zwart luxaflex en het enige beetje kleur in de ruimte komt van de paarsleren poefs in de hoek en een witte keramieken pot waarin plastic magnoliatakken gestoken zijn.

 

‘Het verwarmt mijn hart als ik dan in de ochtend een glaasje wijn naast de overledene zie staan. De nabestaanden komen hier dan nog een keer proosten en schenken dan vaak ook een glaasje in voor degene die gestorven is', zegt hij.

Als we de aula binnenkomen staat de kist van haar opa er nog. Om hem heen branden kaarsen. Achter de kist hangt een groot projectiescherm waarop een panoramabeeld van een paar molens staat. De man verteld me, dat familie zelf de projectie mag uitzoeken voor tijdens de dienst. Hij kijkt er trots naar. Mij valt vooral op dat de ramen wederom verduisterd zijn en hij verteld me, dat dit moet om de projectie. 


'Is dat niet zonde van de het uitzicht?’, vraag ik. Ik denk aan het grote meer, de bomen in de verte en de zonnige blauwe lentelucht. Hij geeft mij een knikje van erkenning maar recht dan zijn rug:‘Het uitzicht is gelukkig prachtig vanuit de ramen van mijn kantoor’".

Er zijn een aantal mensen aanwezig en vier daarvan lopen vlak voor me uit. Ze slaan af van het grote pad en lopen richting een graf dat pas net gedolven is. De bloemstukken op het graf zijn nog vers en naast het graf staat een bankje waar niemand op zit. De vier mensen houden elkaars hand vast en beginnen zachtjes te huilen. Het paadje wat ze insloegen buigt rond af. Rouwen doe je hier vandaag in cirkels". 

1 maart 2022
Utrecht
Begraafplaats

Ik loop verder en ga zitten op het bankje naast de zigeunergraven die het verst van de ingang vandaan liggen. Het bankje is van hout en is in dezelfde kleur mosgroen geschilderd als de gieters die ernaast hangen. In de verte zie ik een man die met een gieter in zijn hand, zich een weg langs de graven baant. Boven ons reiken de kale takken van de bomen de hemel in en ik hoor geen kraaien meer. Wel hoor andere vogels. Ze zingen in koor mee met het geluid van een schoffel, die achter me in het zand een nieuw graf aan het graven is. Het metalen gedeelte schraapt over de stenen en ik kijk niet meer achterom. 

Ik voel me vredig, alsof ik een boek zou kunnen openslaan en de tijd zou kunnen vergeten bij het lezen van de pagina’s. Het is warm en zonnig vandaag. De winterzon zakt langzaam richting de horizon en hult de buitenplaats die ik vanaf de aula kan zien, in een gouden gloed. De zon richt zijn stralen op de keramieken urnen in de stenen stellage aan de rechterzijde van het gebouw en ik vraag me hardop af of het express zo gebouwd is, dat de zon daar elke avond onder zal gaan. 

"Een reiger vliegt hoog van het westen naar het oosten. Door de ramen die van de grond tot het plafond reiken kan ik hem volgen. Als je de zaal binnenkomt kun je achter je, de bomen zien wieken op het cadans van de wind die dag. Ik loop op een licht grijze vloer van natuursteen en in de ruimte staan aan weerszijden deuren van meters hoog die bij het openslaan je gelijk buiten doen wanen".

Alles lijkt zich langzamer te bewegen, verborgen achter de sluier van een zachtgeel gordijn.

14 februari 2022
Haarlem
Crematorium