naamX
Veldkenmerken: tamelijk groot, slank met breed uiteinde. Lijkt oppervlakkig op naamY, maar herkenbaar aan zang als van naamZ. Uiteinde breed en trapsgewijs gevormd, dikwijls zwak gebandeerd. Bovendelen ongestreept donker roodachtig bruin; onderdelen bruinachtig wit met licht rossigbruine zijkanten. Korte, onduidelijke, izabelkleurige streep.
Geluid: rustig, aanhoudend en scheldend. lijkt op snorren, maar lager en korter.
Voorkomen: vrij schaars tot vrij talrijk. Komt en gaat.
Kaart 270
naamY
Veldkenmerken: 14 1/2. Lijkt erg op naamX, maar herkenbaar aan geluid. Meer olijfgroene bovendelen en gewoonlijk wittere, minder gele voorkant met kleinere talrijkere strepen. Buitenste uiteinde wit. naamZ is groter en donkerder.
Geluid: zwak, bij alarm vlug herhaald; ook luider. Geleidelijk in tempo toenemende serie van hoge, piepende tonen, eindigend in een muzikale triller.
Voorkomen: talrijk, gaat weg en door en keert terug in het voorjaar.
naamZ
Veldkenmerken: 19, Formaat als naamX, maar met beter geproportioneerde vorm door lange uiteinde. Heeft onmiskenbare zwarte bovenkant, contrasterend met diep oranje midden en onderkant. Opvallende witte streep.
Geluid: roep zacht fluitend
Voorkomen: 1x gezien in 1987 in West-Europa, niet in België
naamA
Veldkenmerken: Grootte en postuur als van naamB, maar met forsere haak, krachtige poten en korter uiteinde. Van boven olijfgroen, van onderen wit, met blauwgrijze kruin en opvallend zwart omzoomde, witte wenkbrauwstreep. Beweegt zwaar.
Geluid: nasale roep
Voorkomen: 4x gezien, voor het eerst in 1995 in België
naamB
Veldkenmerken: Klein, korte geelachtige punt. Met een kap. Zwak getekend, maar van dichtbij donkere vlek. Middelste opvallend. Geen lichte achterrand, maar zwart buitenste duidelijk. Laag, snel en golvend
Geluid: kort, droog. Voornamelijk op hoogte. Eenvoudig en herhalende frase van ongeveer acht hoge tonen
Voorkomen: 9x keer gezien, ook in België
kaart 222
naam1
Kenmerken: 20-30 m hoog, meestal lang en brede ronde bovenkant. Aanhangsels omgekeerd eivormig, regelmatig en 8 tot 12 cm lang. onbehaard, van boven glanzend diepgroen. Groepen aan gemeenschappelijke deel.
Voorkomen: Ruim verspreid net als naam2
Bijzonderheden: Eerder dan naam2 en daardoor meer bedreigd
naam2
Kenmerken: 10-20 m hoog, kegelvormige bovenkant, vierkantige naalden, meestal 2-3 cm lang, matgroen tot staalblauw, aan alle zijden staand, mannelijk roodgeel, vrouwelijk bleekgroen, kegels 6-10cm lang.
Voorkomen: Afkomstig uit Noord Amerika, bij ons voor de sier
Bijzonderheden: ondervindt sterke competitie van naam3
naam3
Kenmerken 2-10m hoog. Deels schubvormig, deels naaldvormig. Dakpansgewijs gerangschikt, van boven grijsgroen, van onderen groen, met twee tegenoverstaand of met drie in kransen. Gekneusd ruikt aromatisch. Meestal eenhuizig, onopvallend. Erwtgrote kegelbessen.
Voorkomen: Afkomstig uit Noord Amerika, daar tot 30 m hoog. Bij ons meest in zuilvorm.
Bijzonderheden: Roodachtig hout.
naam4
Kenmerken 10-15 m hoog, losse breed gewelfde kroon, aanhangsels tot 25 cm lang, zwak gelobd, bloei trechtervormig, blauwviolet van binnen met gele strepen, in 20-30 cm lange trossen, eivormige doosvrucht, oneetbaar
Voorkomen: Afkomstig uit Oost-Azië en in europa met milde winters
Bijzonderheden De reeds in de herfst aangelegde bloemen verschenen alleen na milde winters voor de bladen, de naam verwijst naar de Russischse vrouw van koning Willem 2
naam5
Kenmerken 10-30 m hoogt brede kroon, oppervlak gelig grijs en glad, later zwart grijs, gescheurd. Jonge uitsteeksels kaal, aanhangsels rond tot breed eivormig, 3-7 cm lang, gijn gezaagd/getand, van onderen blauwgroen met to 7 cm lange zijdelings samengedrukte uitsteeksels. hangende grijsgewimperde dingetjes voor de aanhangsels verschijnend. Voorkomen algemeen in lichte gemengde omgeving, langs randen en windsingels
bijzonderheden Door de lange vlakke uitsteeksels bewegen de aanhangsels al bij een lichte bries, ze trillen.