SAMENVATTING

 

Het uitproberen is een nuttige oefening geweest. In totaal zijn er nu 3 versies ontstaan doordat ik aan de hand van de feedback van de deelnemers de workshop heb aangepast. Het verloop daarvan staat op deze pagina.


Het naslagwerk heb ik gemaakt doordat de handvatten op pagina 5 onderbouwd zijn vanuit bronnen in de literatuur, artikelen en vakgenoten. Bij het samenstellen van dit naslagwerk heb ik gezocht naar een leesbare en duidelijke vorm. Ook hierbij staat bij mij voorop: het moet betekenisvol zijn en niet schrijven om het schrijven. Hopelijk levert dit voor de deelnemers een fijn document op.

 

CONCLUSIE 


Opbouw workshop:


  • Er wordt tijdens de workshop gevraagd aan de deelnemers om over zichzelf na te denken en hun eigen rol als muziekdocent.
  • Er zijn 3 activiteiten tijdens de workshop die 3 verschillende invalshoeken hebben. Bij alle drie de activiteiten staat het beleven en ervaren voorop. 
  • Dit sluit aan bij het sociaal constructivisme: kennis en betekenis worden gecreëerd door interactie met anderen en de omgeving. De deelnemers leren actief en kunnen hun eigen kennis opdoen op basis van hun ervaringen en beleving samen met anderen
  • De theorie rondom de executieve functies worden uitgelegd. Dit is een bewustwording voor de deelnemers. Muziek maken is een oefening in de executieve functies. Door hier aan te werken draag je als muziekdocent bij aan de ontwikkeling van kinderen. Het geeft een indicatie wanneer een muziekles niet lekker loopt. Ik hoop dat de muziekdocent dan gaat kijken waar het misgaat en of het mogelijk is om via de EF te kijken waar er verbeteringen of veranderingen kunnen worden aangebracht.


Het naslagwerk is systematisch en overzichtelijk genoteerd. De bedoeling is dat de handvatten die zijn onderzocht terugkomen in de workshop, en in het naslagwerk.


 


 

 

P7  WORKSHOP EN NASLAGWERK



LEESWIJZER

 

 

Op deze pagina staat  het proces  van de totstandkoming van de workshop en het naslagwerk.

Het eerste gedeelte (van links naar rechts) bestaat de versies een, twee en drie van de workshop. Ook staan er verslagen van het uitproberen van de workshop.


In het tweede gedeelte (helemaal naar rechts, na het proces van de workshop) staat het naslagwerk.


Bij deze pagina staan lange pijlen, omdat de tekstgedeeltes groter zijn. Blijf deze volgen.

WORKSHOP

EN

NASLAGWERK

INLEIDING


Het ontwikkelen van de workshop en het naslagwerk heeft voor een gedeelte parallel gelopen met het onderzoek dat ik heb gedaan.

Als eerste heb ik de handvatten voor mezelf beschreven. Door de deelvragen te onderzoeken is een onderbouwing ontstaan voor de handvatten. Dit is te lezen op P3, 4 en 5.

Deze handvatten zijn de basis voor de workshop en het naslagwerk.

Bij het samenstellen van de workshop had ik al snel in mijn gedachte dat de workshop een ervaring en beleving moest zijn die deelnemers niet snel vergeten. Zelf heb ik namelijk zo’n ervaring gehad door deel te nemen aan de training ABC circuit. Dit staat op P6 beschreven.


Een ander uitgangspunt was dat door de beleving en ervaring van hoogstwaarschijnlijk een frustratie een leerbehoefte ontstaat. Deze leerbehoefte zou moeten aansluiten op de handvatten die ik heb geformuleerd. De kunst is om het zo aan te sturen tijdens de workshop dat de handvatten ter sprake komen. De ontwikkeling van deze gedachtegang en het omzetten in een concreet workshop staat op deze pagina beschreven. Ook staan er verslagen en beeldmateriaal van het uitproberen van de workshop.

Het naslagwerk dat ik heb gemaakt is als volgt ontstaan:  De vooraf beschreven tips, die ik later handvatten ben gaan noemen, heb ik onderzocht en onderbouwd. Dit is te lezen op Pagina 5: handvatten en bronnen. De combinatie van de gegevens over de handvatten samen is de basis geweest voor het naslagwerk. Daarnaast heb ik ernaar gestreefd om het duidelijk en handzaam te noteren.


Kortom,  de handvatten zijn zowel de basis van de workshop als van het naslagwerk.

NASLAGWERK:

 

·      Kaartenbak / kaartenring

o   Per thema, handeling in de klas

o   Korte heldere inhoud zodat de kandidaat zich herkent in de situatie en meteen een aantal tips eruit kan halen.

o   Verwijzing naar verdiepingsverhaal: column die ik heb geschreven per thema. Te lezen met een QR-code op een website.

o   Of: kaartenbak én een boekje met de columns. Dus zowel korte praktische tips, en/of verdiepingsverhaal.

o   Links: via QR-code naar ondersteunende informatie:

  Literatuur, met verwijzing naar bladzijde

  Podcasts

  Websites

  Experts om mee contact op te nemen

 

OPZET EINDPRODUKT:

 

1 WORKSHOP:  transfer van ervaring naar bewustwording

                           gesprek adhv post its

                           kleine gelegenheid om zelf te oefenen

 

NASLAGWERK: concrete tips per handvat hoe dit in de klas in te zetten 

                           3 niveaus, meso macro micro

 

GELEGENHEID TOT NABABBELEN: online ervaringen uitwisselen,        

                                                             facebook? forum? bij elkaar kijken? 

 

Meteen terugkoppeling naar:

      Wat doet het met je?

      Wat is de oplossing? > opschrijven en ophangen

      Steekwoorden

 

Zelf suggesties doen tijdens workshop:

      Frustratie > wat doet het met je

      Oplossing > bedenk de oplossing

      Doe de oplossing voor

 

inbouwen: momenten in groepjes overleggen 

 

-wat gebeurde er

-welk gevoel gaf het mij

-hoe zouden wij / ik dit kunnen oplossen? 

-oefenen? 

 

 

HET BEGIN

 

Bij de verkennende fase waarin ik onderzoek welke vorm van leren het beste past bij de muziekdocent, heb ik gekozen voor een workshop. Met daarbij het uitgangspunt dat het eenmalig is, en met een actieve werkvorm.

 

Daarnaast ga ik naslagwerk maken, zodat de deelnemer na de workshop terug kan vallen op meer theoretische kennis. Deze sluit aan op de informatie van de workshop, met aanvullende informatie.

 

Een voorbeeld waarop ik mijn workshop baseer is het ABC circuit. Daarin gaat het om actief een workshop te beleven, waarin je een frustratie voelt. Die frustratie zorgt ervoor dat je het levendig beleeft, en daardoor er meer begrip zal ontstaan voor de leerlingen in het s.(b.)o. Er ontstaat een transfer.

De onderdelen van de workshop sluiten aan bij de handvatten die eerder in dit proces heb beschreven (koppeling praktijk naar theorie).

 

Hieronder staat een “schets” van de eerste opzet van de workshop. Bepaalde gedachtegangen staan erbij genoteerd.

OPBOUW WORKSHOP

 

WAT

INHOUD

Steekwoord

Handvat

HOE

Introductie

Kort vertellen hoe en wat

 

 

Ppt

 

Opdracht 1

 

Teveel instructie

Niet duidelijk gezegd

Door mensen heen praten

Geen overzicht

 

Structuur

Rust in de klas

Visuele ondersteuning 

Instrumenten

Blaadjes

Post it

 

Opdracht 2

 

Iedereen een beperking:

 

 

Schakeltijd

Volume

Instrumenten

Blaadjes

Post-it

 

Opdracht 3

 

Iedereen een profiel

 

 

 

 

Visuele ondersteuning

Gedragsverwachtingen

Proces ondersteuning structuur

Instrumenten

Blaadjes

Postit

Opdracht 4

 

Tempo

Flexibel

 

Terugkoppeling

 

 

Opdr 1 2 3

 

Woordweb maken gevoelens

 

 

PowerPoint,

Via mobiel verzamelding

Post-it

 

Suggesties voor verbeteringen

 

Kijken naar de oplossingen

 

 

Post-its bekijken

16 handvatten

 

 

Kijken naar boekje/kaartenbak met de 16 handvatten

 

 

Spelen

 

 

1 opdracht herhalen

 

Kandidaat laten leiden

 

ACTIEVE DEEL 

·      Lied instuderen

o   o   Zacht voorzingen

o   Voorzingen met ruis op de achtergrond

o   Schakelen van taal tijdens lied

o   Schakelen van volume tijdens lied

o   Teveel instructie

o   Niet duidelijk gezegd

o   Door mensen heen praten

o   Geen overzicht

veel te moeilijk of makkelijk 



Iemand een beperking geven:

o   3 seconden bedenktijd bij alle momenten

o   Koptelefoon die dempt

o   Iemand moet de laatste 3 woorden herhalen van een zin, maar wat werd er nog meer verteld.

o   Met je verkeerde hand spelen, hoe voelt dat ook alweer?

o   Gevoelig voor geluid

 

·      Tempo:

o   Laten spelen in een snel tempo terwijl een ander tempo klinkt

o   Te makkelijk stuk 40 keer herhalen

 

·      Iemand een profiel geven

o   Jantje:   ADHD > hyper, niet stil zitten erdoorheen praten

o   Pietje:    ASS > blokkeren als het niet duidelijk is, vragen om duidelijkheid, zeggen dat het niet duidelijk is, terwijl je al uitleg hebt gekregen

o   Loes:     ODD > vooral niet doen wat de bedoeling is

o   Vlinder:  hechtingsstoornis > kijken tot hoe ver je kunt gaan


 

 

evaring zorgt ervoor dat jet nooit vergeet en het is een bewustwording van 

 

 

vervolgens de tips: hoe pak je dit nu concreet aan als muziek docent > tips handboek 

BRAINSTORM BELEMMERINGEN

 

-je hoort geluiden en je mag er niet op reageren

 

-context missen

-veel prikkels tegelijk 

-meerdere opdrachten tegelijkertijd, zintuigen die worden aangesproken,wiebelkussen staan, terwijl je instructie krijgt of muziek maakt

 

-jullie gaan oefenen en jullie gaan overleggen hoe je dit stuk wilt gaan spelen

-woorden in goede volgorde zetten: wat is nu echt de bedoeling van achter naar voor instructie geven

-alle prikkels auditief even hard horen 

-nootjes in op telkens een andere manier noteren

WIE BEN JIJ ALS DOCENT?? ZELFKENNIS

 

-inzicht krijgen door op lijnen te gaan staan adhv stellingen:

-hoe streng ben jij

-wat vind jij belangrijk in de les: spontaniteit / strak, gestructureerd, losjes, rust of veel energie. 

 

 

CONTEXTUELE THERAPIE / OPLEIDING GEZIN JEUGD 

 

WORKSHOP VERSIE 1


Versie 1 is als volgt tot stand gekomen:


·       Het uitgangspunt is om de deelnemers te laten ervaren hoe het niet moet, zodat er een leerbehoefte wordt verwoord. Bij het creëren van chaos, denk ik van tevoren na over de handvatten zoals die staan beschreven en onderbouwd op P5.

·       Ik wil de deelnemers laten nadenken over hun eigen rol als muziekdocent. Hiervoor gebruik ik de roos van Leary, en het kwaliteiten kwadrant. Een soort van 0-meting voordat de workshop start. Dit idee is ontstaan na het gesprek tijdens de 3e research-day toen ik met Tanya Hermsensprak.

·       Er is ruimte voor feedback na iedere activiteit. Na de activiteiten kijken we weer terug naar de 0-meting en kijken of er iets is veranderd.

1e TRY-OUT 


Via Liza Hendriks die ik had gesproken over het curriculum van de opleiding Docent Muziek op de FAA ben ik in contact gekomen met Sem. Zij is een 4e jaars student die stage loopt in het speciaal onderwijs.
Sem reageerde enthousiast op mijn workshop idee en wilde graag meewerken aan een keer de workshop uitproberen, testen. We hebben een datum geprikt (in de vakantie, 29-04-2024) en zij heeft ook nog een studiegenoot kunnen enthousiasmeren om ook aan te sluiten. Evelien vond het ook leuk om aan te sluiten bij het uitproberen van de workshop. Het verschil tussen Evelien en Sem/Mika is dat Evelien voorkennis heeft en dat zij al heel wat jaren ervaring voor de klas heeft. Sem had een ruimte op de FAA gereserveerd waar allerlei instrumenten staan zoals drumstel, conga, keyboards, gitaren,  klein percussie materiaal enz. 


Tijdens het uitproberen van de workshop zijn er weer een aantal zaken naar voren gekomen waardoor de workshop toch weer aangepast gaat worden.

Het eerste wat in me op komt is dat het zorgen voor chaos en frustratie wel is gelukt. Top!



Hieronder staan de feedback opmerkingen en conclusies die zelf heb getrokken naar aanleiding van het uitproberen van de workshop. 

IDEEËN VANUIT DE GROEP:

      Mogelijke deelnemers zijn al geinteresseerd in het so

      Van tevoren google forms om aan te geven wat hun kennis en ervaring   hebben in so , daar workshop op afstemmen

      Vanuit die gedachte opdrachten

      Probleem en dan oplossing , verschil in de groep kan heel groot zijn, dus  kennis is nodig; naslagwerk. Info over doelgroep?

      Chaos en belemmeringen hebben wel iets opgeleverd, besefmoment. Mika   geeft aan dat hij zelf een ervaringsdeskundige is, dus hij had minder   besefmomenten. Wel herkenning.

      Echt het gevoel proberen te krijgen, een ervaring meegeven, is gedeeltelijk   gelukt. 


GELUIDSOPNAME OPDRACHT 3 EN NABESPREKING 

FEEDBACK DEELNEMERS

TOP:

        Open en ruimte voor inbreng, veel doen

        Schakelt snel

        Diversiteit aan activiteiten

        3 verschillende activiteiten met andere doelen

TIP:

        Nadenken over wat je van tevoren wel of niet zegt, bijvoorbeeld profiel van de docent

        Meer structuur, meer informatie

        Tijdpsplanning

        Probleemstelling <-> oplossing

Wat was een belangrijk moment voor jou tijdens de workshop:

        Na de workshop gesprek over de uitkomsten, moeilijkheden, interessante dingen

        Besefmoment wat het met je doet als iets niet meteen lukt

Is de oefening van kijken naar de eigen profiel voor en na de workshop nuttig voor jou:

        Niet perse

        Is lastig, is dat belangrijk nuttig? Profiel van de leerlingen vind ik belangrijker

Lukte het je om in de huid te kruipen van een leerling:

        Dit ging best goed

        Ja dit lukte omdat ik al een bepaald beeld had bij dit kind

Heb je iets onthouden van de workshop, wat neem je mee?

        Hoe ik mijn les opbouw

        Waar houd ik rekening mee

        Het ongemak!

VIDEO EERSTE DEEL WORKSHOP 

GELUIDSOPNAME NABESPREKING WORKSHOP 

KRITISCHE REFLECTIE EN CONCLUSIES N.A.V. 1E TRY-OUT: 

 

    Het eerste wat opviel tijdens het uitproberen van de workshop is dat het heel goed werkte om bij de eerste en tweede opdracht de frustratie op te roepen bij de deelnemers.

    Toen ik hun na die opdracht vroeg, wat zou dan helpen om deze opdracht beter te laten verlopen kwamen ze zelf op de handvatten uit die ik van tevoren had bedacht.

 

     Het doel van activiteit 1 is bereikt.

 

   Wat ik nog moet toevoegen zijn van tevoren geformuleerde feedback vragen naar de deelnemers. Ik merkte dat ik het lastig vond om in de rol van workshopleider de lijm te zijn tussen de activiteiten en de gesprekken. De goede vraag stellen is belangrijk maar soms ook moeilijk. Doordat ik van tevoren scenario’s bedenk en daar feedbackvragen op verzin kan dit misschien helpen.

 

    Een PowerPoint maken voor het verloop van de workshop zal helpend zijn.

Ik ga niet per activiteit zeggen in welke rol ik zit. Pas naderhand ga ik dit duidelijk maken. Een idee is om per activiteit dit op te bouwen. Van de voren zeggen dat ik verschillende rollen ga aannemen. Dat is dan alle informatie.

    De roos van Leary en het kwalteiten kwadrant haal ik eruit.  Het neemt een te grote plek in, en daarmee ontkracht het het idee van de workshop. De lijnen zijn wel passend. Misschien 3 stellingen wat scherper formuleren ter vervanging.

     

    Oefening 1 verliep zoals gedacht en gehoopt. Inclusief de feedback die al richting de handvatten gingen.

    Oefening 2: de verwerkingssnelheid bij de deelnemers; misschien pas halverwege erbij doen. Eerst op je eigen manier Smoke oefenen en daarna op z’n kop en andersom en andere hand. Dit levert al genoeg frustratie op.

    Opdracht 3: beter voorbereiden wat voor activiteit. Nu was het een ritme instrumenten improvisatie. Beter partijen voorbereiden. De deelnemers konden goed in hun rol gaan zitten. Dit zou ook een moment kunnen zijn dat de deelnemers de rol van leider gaan overnemen. Kun je toepassen wat je tot nu toe hebt ervaren?

        

    Wat nog te overwegen is het beeld en de kennis die de deelnemers hebben van s.(b.)o. Om hierop meer in te spelen kies ik ervoor om de Executieve Functiesals kapstok te gebruiken. Niet helemaal induiken op niveaus, beperkingen en diagnoses, maar inzicht krijgen in de EF. Uiteindelijk is dat wat elk kind meer of minder heeft ontwikkeld. Muziekles is erg gericht op het gebruik van de EF. Het is goed dat de deelnemer hier meer kennis over heeft om tijdens de muziekles deze vaardigheden te herkennen en om op in te kunnen spelen.

 

 

AANPASSINGEN aan de hand van de eerste TRY-OUT

 

Naar aanleiding van de eerste keer het uitproberen van de workshop heb ik een aantal wijzigingen opgenomen. Deze staan vermeld hieronder, en zijn in het document van de workshop aangepast. Die staan als PDF hieronder.

     

     Roos van Leary en kwaliteiten kwadrant gaan eruit.    

     Het doel van de workshop duidelijk bespreken. Het is een ervaring die je hopelijk altijd blijft onthouden.

       

     Wel erin: op de lijn met 3 scherpe stellingen. Het doel is het gesprek en  zelfbewustwording op gang brengen.


     Opdracht 1 en 2 blijven staan.


     Opdracht 2 krijgt een aanpassing:

Naar aanleiding van het onderzoeken van de werking van het ABC circuit en het gesprek dat ik met Els en Caroline heb gevoerd, heb ik nog een aanpassing gemaakt bij de tweede opdracht.

De basis van deze opdracht is het toevoegen van belemmeringen. Wat dat bij je doet, en hoe kan je vervolgens nog instructies volgen als je ervaart dat er iets jou tegenhoudt. Zodoende kwam ik op het idee om de deelnemers te laten staan op een yoga kussentje. Het is lastig om je evenwicht te bewaren, zeker terwijl je een instrument moet bespelen. Het wordt nog ingewikkelder als je dan je instrument op z’n kop moet houden. Zo ervaar je ook nog eens hoe het ook alweer was als je iets nieuw moet leren.

       

      Een Powerpoint: geeft het verloop van de workshop weer, laat handvatten zien, helpt bij de derde opdracht.

     

        

     Een onderdeel van de feedback is dat het wel wenselijk is om inhoudelijk meer te weten over de doelgroep. In het maken van de handvatten heb ik als uitgangpunt genomen dat ik kijk naar de gemene deler, en niet specifiek naar clusters en diagnoses.

 

Ik kies ervoor om het theoretisch deel Executieve Functies aan te bieden: dit geeft als muziekdocent heldere houvast om te kijken naar leerlingen. Niet perse naar de diagnoses, maar naar de behoeftes op EF gebied. Enerzijds door het vluchtige contact (ervan uitgaande +- 30 min - 45 min per week) en anderzijds behapbaar in te stappen in het beeld van een kind, diagnose, onderwijsbehoeftes, handelingsaanzetten enz.

Deze gedachtegang wordt bevestigd in de literatuurstudie van  Mark Mieras


Naar aanleiding van het onderzoeken naar leerstijlen heb ik ervoor gekozen om de leerstijl van Kolb te koppelen aan de verschillende onderdelen van de workshop. Zodat iedere deelnemer met zijn eigen leerstijl zich aangesproken en betrokken voelt. 


PDF: UITGEBRIEDE BESCHRIJVING WORKSHIOP VERSIE 2 

PDF:  WERKBLAD DEELNEMER 

PDF:  POWERPOINT WORKSHOP 

VERSIE 2 WORKSHOP 

TWEEDE  TRY-OUT   WORKSHOP                 8-5-2024   

            


DEELNEMERS:


Richard en Pieter. Ook F., zij is de dochter van Pieter, 28 jaar oud en heeft zelf op het ZMLK gezeten. Ze is dus en ervaringsdeskundige en kan ter plekke feedback geven.

Richard (+- 55) is muzikant (basgitaar) en heeft in het verleden lesgegeven aan jongeren in een instelling.

Pieter (+- 55)  is muzikant (gitaar) en heeft als docent lesgegeven op een muziekschool.


PER ONDERDEEL


WOORDWEB

Ik vroeg de deelnemers waar ze aan dachten als het om speciaal onderwijs ging. In het begin bleef het nog een beetje stil, daarna kwam de input. Termen als in kleine stapjes, syndroom van Down, moeite met concentratie kwam naar voren. Later ook nog wat meer op gedrag aankwam. Door vragen te stellen van mijn kant nam ik de deelnemers mee in het beeld dat zowel hoog als laag niveau (verstandelijk voorkomt) en de onderverdeling van de clusters, zonder ze als zodanig te noemen. Maar wel de beperkingen van de clusters.

Idee om de clusters te laten zien op de pp? Of is dit teveel informatie die de deelnemers kunnen krijgen? Doel is vooral om aan te tonen dat so niet alleen maar de hele lage niveau kinderen betreft.

 

OP DE LIJN


M: Wat voor mij lastig is is om te bepalen hoe de deelnemers zichzelf op de lijn moesten zetten. Naast docenten (weliswaar voor 1 van de 2 deelnemers in het verleden) zijn het ook optredende muzikanten. Toch ingezoomd op het docentschap.

P en R gingen op de lijn staan. Bij alle drie de lijnen stonden ze ongeveer in het midden. Ik zag ze nadenken en in hun hoofd de situaties nalopen.

Doel is om de deelnemers te laten nadenken over hun eigen functioneren. Misschien iets meer doorvragen:

-kun je een voorbeeld noemen
-wat zou je doen in deze situatie: een kind wil niet, een kind is passief, een klas reageert niet zoals je zou willen

 

OEFENING 1


Dit is in tegenstelling niet helemaal verlopen zoals bij de eerste  keer uitproberen. Misschien was is toch automatisch te snel in de rol geschoten van de juf die de boel in goede banen wil leiden in plaats van chaos creëren. Bijvoorbeeld: toch nadrukkelijk oogcontact opzoeken, hard over de muziek heen roepen zodat ik toch te horen ben, en duidelijk het tempo spelen met mijn gitaar zodat de rest alleen maar aan hoeft te haken. Ik merkte ook dat het heel geroutineerde muzikanten zijn die snel aanpassen aan het geheel door goed te luisteren en hun eigen spel op elkaar aan te passen.


Toen ik ze om feedback vroeg kreeg ik de opmerking van Pieter: ik vond het wel gezellig. Meer het idee van jammen kreeg ik het idee dat Pieter wel aanstond. Wat ik hierboven al beschreef, gezellig spelen samen en jammen.

Toch meer benadrukken dat ze nu een beetje in de rol van de leerling moeten gaan zitten, of moet ik minder duidelijk zijn, nog meer uitvergroten dat ik iets heb gezegd en van hun laten afhangen/ laten zien dat ze het moeten toepassen (bijv hard en dan zacht spelen) zonder mijn aansturing.

Van de andere kant,  F gaf heel duidelijk aan dat zij het wel heel chaotisch vond (zij speelde op de conga mee, samen met haar vader).  Meteen benoemde ze dat het zou helpen als bijvoorbeeld iemand mee zou aanwijzen wat er telkens verwacht werd.


Bij het plotseling in het Duits en Frans gaan zingen (niet aangekondigd, deelnemers voor het blok zetten) werd er wel frustratie en verwarring ervaren. Dat was ook meteen te merken in het spel. P en R gaven dit ook aan dat ze dit gedeelte wel heel lastig vonden.

Tijdens het nabespreken van dit onderdeel ben ik weer vragen gaan stellen: wat zou helpen, hoe voelde je je tijdens…,  wat zou ik als docent anders kunnen doen enz. ZO kwamen er al wel een aantal hanvatten ter sprake. Soms zeiden ze het letterlijk zelf, soms “vertaalde” ik het naar een handvat. Bijvoorbeeld visuele ondersteuning. De deelnemers gaven aan dat het wel fijn zou zijn als het ergens te lezen zou zijn.

Nu heb ik de goede versie van I like the flowers laten zien na het spelen. Met de vraag: zou dit beter werken. Misschien de volgende keer de frustratie op laten lopen, daarna de boel op stop zetten en dan het goede blaadje geven en dan goed voordoen? Dus ter plekke bad en dan good practice.

Tijdens de chaos die ik wil gaan creëren wil ik de volgende keer nog geludiseffecten toevoegen van appjes die ik krijg en geluid van verkeer, een drillboor, gegil enz. een deur die open en dicht gaat.

 

OEFENING 2


Hier was ik erg benieuwd naar. De vorige keer werkte het omgekeerd op een instrument spelen wel goed, maar de combinatie met een belemmering (3 sec wachten tot kunnen beginnen) heb ik weggelaten naar aanleiding van de feedback van de deelnemers.

Nu heb ik een andere belemmering toegevoegd: het staan op een luchtkussentje (Yoga kussentje).

Als eerste moesten de deelnemers een instrument kiezen waar ze niet heel erg op thuis waren. P koos voor de piano en R voor de kwarsfluit.
De eerste opdracht was het oefenen van Smoke on the water.

Hier kregen ze ongeveer 4 minuten voor.

Daarna moesten ze op het kussentje gaan staan. Dit zorgde al voor hilariteit en veel spontane kreten enz. Door op het kussentje te gaan staan krijg je een lichamelijke belemmering. Dit neemt al zoveel beslag op je aandacht dat het spelen minder gemakkelijk gaat.

Hierna kregen ze nog een opdracht: speel je instrument andersom. P op de piano hield zijn handen gekruist, maar het ging nog net iets te gemakkelijk. Hierop besloten we dat hij de gitaar ging spelen, maar dan ook op zijn kop opgehangen. Dit was een stuk lastiger.

Ik liet ze eerst een beetje begaan, ik zag dat deze ervaring al zoveel met ze deed. En het niet goed kunnen spelen van hun instrument en dus die lichamelijke ongemak.

Na een tijdje besloot ik om ze toch ook een opdracht te geven: samenspel. Ik wilde proberen of het ze lukte om samen tegelijkertijd te laten spelen. Als doorgewinterde muzikanten zag ik wel dat ze niet snel opgaven en in het begin ze dit goed konden. De focus en lol was er om het voor elkaar te krijgen. Daarna ging ik het tempo opvoeren. En toen werd het lastiger. Het lukte ze niet om het helemaal vlekkeloos vol te houden.

Bij het nabespreken was het mooi om te horen dat ze nu wel degelijk frustratie hebben gevoeld. We gingen weer bespreken waar ze tegenaan liepen.

R gaf aan echt zich gefrustreerd te voelen en kon zich goed voorstellen dat je als leerling ook boos kon worden. En misschien wel agressief, dus gedrag. Ik vroeg ze hoe daarmee dan als docent om te kunnen gaan. Stel de leerling gooit de gitaar aan de kant en zegt: flikker maar op met je muziek. P en R gaven aan de leerling met rust te willen laten. Door weer door te vragen en de situatie voor te stellen,  gaf ik aan dat het in dit geval goed is om de leerling wel met rust te laten, maar ook duidelijk te zeggen wat er van hem verwacht zou worden. Dus wel kaderen in de emotie: ik zie dat je boos bent, ik laat je met rust. Je blijft even hier zitten en dan kijk ik over 5 minuten hoe het met je gaat. F gaf meteen het stoplicht voorbeeld, vragen aan de leerling in welke kleur die zat op dat moment en dan zeggen wat de afspraak is. In ieder geval wel als docent laten weten wat er van de leerling verwacht wordt. R zei dat hij dan wel even langs die leerling wilde gaan zitten en hem geruststellen. Mijn wedervraag was: en de rest van de klas dan?
Dit was een mooi gesprek, de frustratie was gevoeld en de transfer naar de werkvloer gemaakt.

Nadenken over het nog meer moeilijk maken om instructie om te zetten in spel na de 2 belemmeringen (kussen en verkeerd om).

Als workshopleider moet je dus telkens goed de feedback van de deelnemers kunnen spiegelen en koppelen aan je eigen leerplan: handvatten naar boven brengen. Ik vind dat nog wel lastig. Zeker omdat in deze situatie ik me ietwat ongemakkelijk voelde omdat de setting niet helemaal representatief was (kom ik nog op terug).

 

OEFENING 3  


Deze oefening had als doel om nu de goodpractice in te zetten. Richard wilde wel de leider zijn.

We besloten om het lied Proud Mary te spelen. Hij op de bas, Pieter op de gitaar ik op de piano en F op de conga.

R begon met het moeilijkste onderdeel: de intro, eerst in G maar snel daarna in D. Telkens als ik dacht dat ik als leerling onduidelijkheid zou ervaren ging ik naar duidelijkheid vragen. Hetzij door letterlijk te vragen, hetzij door bepaald gedrag te laten zien. Dit werkte redelijk goed. Want ik versta de taal van R wel, maar niet als leerling.

Nadat we het intro hadden gespeeld, kwam het couplet. R zei; we blijven even peddelen in D. Ik: wat is dat? R: we blijven even hangen op D. Ik: hoezo, ik kan toch niet hangen aan een akkoord? (Pieter snapte de rol die ik pakte en ging meedoen). R: we blijven op D zitten. Ik: maar dat snap ik niet. Toen snapte R dat hij het anders moest omschrijven. F op de conga wist niet wat ze moest spelen. Richard deed het ritme voor: kwartnoot met punt, achtste en kwart. Ik weet uit ervaring dat dat best een moeilijk ritme is voor kinderen van dat niveau. Een “recht” ritme is makkelijker. Terwijl R het zo goed mogelijk probeerde uit te leggen duurde het wel een beetje lang. Ik ging ondertussen zelf maar even mijn partij oefenen. Niet heel hard, maar wel hoorbaar. P volgde het voorbeeld en ging zelf ook maar oefenen. Dit zorgde ervoor dat het heel onrustig werd. Pas toen R mijn naam noemde kreeg ik het gevoel dat hij mij aansprak en stopte ik ook. Ondertussen met het ritme oefenen met F had R een tekst bedacht die ondersteunend was met het spelen en het lukte toen een paar keer goed. Maar algauw speelde F weer anders. Daarop besloot R dat het ritme moest veranderen. Dus ter plekke kijken wat wel kon.

De opdracht die Richard had gekregen was om vooral op structuur bieden te letten, en na dit moment legde hij alles weer stil, ik moest nog wel een keer extra aangesproken worden. Ik vroeg: wat moet ik doen. Vlak voordat we weer gingen spelen. Dus R moest weer op mij reageren en ik zag dat hij weer even zelf op de rem moest trappen.

We sloten dit af.

Wat in de feedback hier terug kwam waren de volgende dingen:

-naam noemen helpt
-duidelijke taal gebruiken
-duidelijk aangeven wat er moet gebeuren
-kleine stapjes zetten
-flexibel zijn

 

Feed forward:

-Zelf zorgen voor een speelstuk. Ik denk aan White Stripes: seven nation army. Dit stuk heeft veel herhaling, maar een duidelijke opbouw, structuur.

-de deelnemers van tevoren een speelstuk voor laten bereiden, waarin ze voor zichzelf duidelijk hebben welke instrumenten meedoen en op welke manier. Ze kunnen dan kiezen om zelf de leider te zijn. De groep helpt om feedback te geven en dan dus good-practice uit te voeren.  

Het ter plekke benoemen van feedback lukt wel, blijft een lastig onderdeel. Wellicht door vaker in deze rol te kruipen zal het wel beter gaan.

 

 

HANDVATTEN PP


Ik liet de handvatten op de pp zien. De opsomming was wel herkenbaar, niet alle zijn aan bod gekomen. Ik merkte aan de reacties dat het wel veel was, en het was al laat aan het worden en de aandacht zat er niet meer goed bij (context situatie). 

Per handvat zelf ter plekke of op de pp concrete voorbeelden geven.

 

 

EXECUTIEVE FUNCTIES


Het was als interessant ervaren om deze info te krijgen. Maar het was een beetje te klein op de pp te zien en ik had het niet op papier uitgedeeld aan de deelnemers.

Op papier zetten: EF en handvatten. 

Ik kreeg als feedback van de deelnemers dat het misschien een idee was om dit eerder in de workshop te zetten. Maar ik wil niet in het begin, ik wil juist eerst dat ervaarstukje inzetten. Maar het is een idee om het na de 2e opdracht te introduceren.

En ik wil nadenken over een combie te maken van de EF en de handvatten. Een soort puzzel of concrete opdracht: welke situaties passen bij welke EF? Zoiets.

Om daarna nog met de handvatten in de achterhoofd en de EF de good practice te oefenen. Misschien zelfs een pauze inlassen om die laatste ronde nog te doen.

-Combi EF en handvatten
-na oefening 2
-pauze inlassen
-tijdsplanning maken per onderdeel
-koppelvragen bedenken voor de deelnemers, spiegelvragen.
-betere afbeelding EF, nu nog schoolvoorbeelden genoemd.

 

 

De situatie was niet in een echt muzieklokaal, zonder beamer. Het was er een beetje krap, dus dat was ook niet echt heel bevorderlijk. De deelnemers kende ik een beetje tot helemaal niet, maar ik merkte wel dat ik met hele goede muzikanten te maken had. Dit deed iets met mij, ik voelde me een beetje verlegen, ongemakkelijk. Dus conclusie; om de workshop goed uit te kunnen voeren moet er een goede locatie en lokaal tot de beschikking zijn.

Daarnaast nog de opmerking dat de deelname van  F een hele fijne aanvulling was! Zij is verstandelijk beperkt, maar is verbaal erg sterk. Zij kon telkens het goed volgen waar het over ging (denk ik) maar wat nog fijner was dat zij als ervaringsdeskundige en deelnemer wel degelijk goed kon verwoorden wat er wel en niet goed ging.

 

2e TRY-OUT 

 

NA HET UITPROBEREN VAN DE WORKSHOP verscheen de literatuurstudie van Mark Mieras. 
Naast dat deze studie ook thema's bevatten als inculsiviteit, kansengelijkheid wat uiteindelijk mijn doel is met het ontwikkelen van deze workshop, bespreekt Mieras ook het belang van het ontwikkelen van de Executieve Functies, wat in de muziekles plaatsvindt. 

 

Dit rapport is als een kers op de taart. Het bevestigt mijn keuze om als theoretische basis de EF aan te bieden in plaats van ingaan op de clusters, of diagnoses. 

 

FEEDBACK DEELNEMERS 

VIDEOFRAGMENT ONGEMAK TIJDENS DE WORKSHOP 

VERSIE 3 WORKSHOP 

 

Verbeteringen:

 

-Volgorde veranderd

-nog meer concreet gemaakt

-3e lied toegevoegd

-powerpoint, werkblad aangeapast

PDF: UITGEBRIEDE BESCHRIJVING WORKSHIOP VERSIE 3

PDF:  WERKBLAD DEELNEMER 

PDF:  POWERPOINT WORKSHOP 

SOCIAAL CONSTRUCTIVISME EN DE WORKSHOP 


 

Het sociaal constructivisme zijn heeft een aantal uitgangspunten (Lutke, 2019). Deze leg ik naast de uitgangspunten van de workshop.   


 

Sociaal Constructivisme

Workshop

Leren in sociaal context

 

Deelnemers leren in de sociale setting met anderen door samen muziek te maken.

 

Rol van de docent belangrijk

 

De docent begeleidt, nodigt uit.  

Zone naaste ontwikkeling

 

De deelnemers zijn al muziekdocenten. Ze worden uitgedaagd om buiten hun normale praktijk te kijken.

Betekenisvol leren

 

Door de workshop op ervaring en beleving te baseren wordt het betekenisvol.

Reflectie en dialoog

 

In de workshop is veel ruimte voor reflectie en dialoog

 

 





NASLAGWERK 

 

TIjdens het samenstellen van het naslagwerk ben ik als volgt te werk gegaan:

 

  • De teksten van de handvatten die ik in het begin van het traject heb geschreven heb ik nog eens kritisch bekeken, aangevuld met informatie uit de literatuur. 
  • Ik heb ervoor gekozen om eerst een aantal kerwoorden in een kader te plaatsen per onderwerp, zodat de deelnemer snel kan kijken of er situaties passne bij de kernwoorden.
  • Daarna heb ik de tekst geschreven. In 2 kaders heb ik de informatie geschreven.
  • Per kader kan het een ander functie hebben. Soms wordt vanuit het perspectief van de leerling beschreven, soms vanuit de docent. Of het is schematisch beschreven (gedragsverwachtingen) zodat de deelnemer de tekst als een soort stroomdiagram kan hanteren. 
  • Onderaan de pagina staan nog concrete tips, of gedachteballonnetjes. 

 

Vooraan in het boekje staat de brief aan de muziekdocent die ook op pagina 4 staat genoteerd in de linkerkader. In deze brief probeer ik de muziekdocenten al een paar leestips te geven, of in ieder geval een theoretisch achtergrond waar ze op terug kunnen vallen. 

 

Na de handvatten staat er een wat meer uitgebreid stuk over Executieve Functies. Ik vind het belangrijk dat de deelnemers daar inzicht in krijgen. Of een naslagwerk om op terug te vallen. 

 

Daarna staan er nog een aantal theoretische kaders die helpend kan zijn, zoals TOM en Referentiekader en gebarentaal. 

 

Alles staat in een overzichtelijke opmaak (ik ben geen desktopexpert) dus het kan nog veranderen. Dit is een voorlopige versie. Het is nog nodig om er een kritische blik over te werpen en aan te passen nadat ik feedback van deelnemers krijg.